vrijdag 4 februari 2011

Let's talk about... Music

Ik geloof dat ik heel mijn leven wel 'iets' gehad heb met muziek. Raar eigenlijk dat ik nooit een instrument heb leren bespelen. Misschien komt dat door mijn nogal platte opvoeding. Mijn vader was nogal geneigd om, wat tegenwoordig 'BN-ers' heet, te bestempelen als: "allemaal oplichters".
Bij mij leefde als kind al een soort klassenbewustzijn waardoor ik meende dat een eenvoudig, weinig ontwikkeld kind als ik, niet thuishoorde in de klasse van mensen die ontwikkeld en intelligent genoeg was om muziek te kunnen beoefenen.

Maar het luisteren ernaar vond ik een belevenis. Vooral de muziek die ik kon beluisteren met mijn hart was, en is nog steeds, een gebeurtenis voor me, haast belangrijker dan het leven zelf.
Toen 'Lady Madonna' van The Beatles een hit was, viel ik helemaal stil zodra het op de radio was. De wonderlijke klanken die erin zaten die ik toen nog niet eens kon plaatsen, in de zin van soorten instrumenten, maar die ik elke keer als het nummer speelde begroette als goede vrienden. De zangstem die klonk alsof 'ie uit een blikje kwam, de vervormde gitaar die vrijwel zonder dynamiek rondjes leek te draaien in een veel te kleine draaimolen. Het 'glijbaantje' waarlangs het zinnetje: "See how they run.." terechtkwam aan de voeten van het toonladdertje waarmee de gitaar het liedje weer aanslingerde en natuurlijk de solo, getrompetterd door een koortje. Ik vond het toen boven-wonderlijk en nu nog steeds geniaal, zoals zoveel werk van The Beatles.

Maar er is natuurlijk veel meer dan dat. Ik kan eindeloos veel momenten opnoemen die ik beleefd heb als een droom. Momenten waarop de tijd stilstond en ik van niks anders meer wist dan de muziek van dat moment. En het zijn veel verschillende. De film 'Paris, Texas' die ik ging zien in de bioscoop maar die totaal aan me voorbijging omdat de muziek van Ry Cooder mij een veel indrukwekkender verhaal vertelde dan wat er te zien was op het witte doek. En natuurlijk Koyaanisquatsi waar de minmal music van Philip Glass voor uitgevonden leek.

Later ben ik zelf toch in de muziek terecht  gekomen. Ik heb veel optredens beleefd die ik me absoluut niet meer kan herinneren, maar zijn er ook waarbij ik me uitverkoren voelde omdat ik zo'n geweldig, krachtig moment van binnenuit mocht meebeleven. Sommige levensgroot, waarbij bijna een miljoen mensen betoverd waren door vier heel gewone stervelingen die toevallig op het goede moment in die bijzondere stemming waren waarin mensen zichzelf ontstijgen. Ook klein. Een sfeerloos zaaltje met een wankel podiumpje in een hoek met een handvol mensen eromheen die zich de onuitgesproken liefde lieten verklaren door de troubadour die er zijn voorstelling gaf.

Mijn liefde voor muziek heeft zich geuit in dwepen met kostbare geluidsapparatuur. In de loop van de tijd heb ik een aantal toestellen gevonden die ik kon betalen en waar ik uiteindelijk zeer tevreden mee ben. Het gaat niet om peperdure spullen, wel om merken die te goed zijn voor de electronicagigant op de meubelboulevard.
Ik geniet van mijn geluid, ik hou ervan. Ik heb nooit de indruk dat het onnatuurlijk klinkt. Er is niks waar ik me aan erger in de 'sound', zelfs niet al die eigenlijk best wel slechte opnames die in de loop van de tijd zijn gemaakt door hele grote platenlabels. Ik hoor de muziek en ik durf te stellen dat ik de muziek meestal hoor zoals de maker die bedoeld heeft.

Het mag ook gerust stil zijn, zoals gisteren de hele dag en nu weer. Dan luister ik naar de ruimte tussen de noten om te horen waar het uiteindelijk vooral om gaat.
Nee ik verklap het niet, maar als je het een beetje wil begrijpen zou je samen met me naar 'Spiegel im Spiegel'  van Arvo Pärt moeten luisteren in een uitvoering zoals hij het geschreven heeft: Piano en viool.

En de luisteraar.


Dan heb je vanzelf geen tijd meer..