zondag 11 augustus 2013

Ervaring & werk & ervaring

Het is bijna vakantie, ik verheug me er ontzettend op, ik ben er heel erg aan toe en nee, ik blijf gewoon thuis.
Sinds mijn vorige vakantie heeft het millennium gewisseld en zijn er nog een paar dingen gebeurd die ik niet allemaal ga noemen.
Laat ik in het kort het afgelopen jaar eens opsommen. En dan alleen mijn eigen bezigheden.

In het afgelopen jaar ben ik opgeleid om les te gaan geven, ik heb zes vrijwilligersbanen gehad en met sommige ben ik nog bezig. Ik heb een operatie ondergaan, ik heb twee ongelukken gehad, van één ben ik nog aan het revalideren. Ik ben verhuisd en in mijn nieuwe huis heb ik een poos onderdak geboden aan een dierbare die dat nodig had. Al die dingen hebben best veel tijd en energie gekost. Knap van mezelf dat ik alles heb doorstaan zonder vakantie, al zeg ik het zelf.

Maar wat dit alles uiteindelijk heel zwaar maakt, zijn de dingen die ik doe op basis van 'ervaringswerk'.
Eigenlijk doe ik dat voor een groot deel op goed geluk. Ik heb een wonderlijk leven mogen leiden. Daarin heb ik dingen gedaan en ben ik kind aan huis geweest op plekken waar ik met terugwerkende kracht stil van word. Maar ik heb ook dingen beleefd die ik nooit meer mee wil maken. Ik ga nog liever dood.
Juist die tweede categorie is de basis voor mijn ervaringswerk. Behalve die basis heb ik niet veel wat ik kan gebruiken. Al doende leert men, luidt het spreekwoord. In het afgelopen jaar heb ik me half gek geleerd.

In mijn vorig leven heb ik mogen meemaken hoe natte vingers, slimme vondsten en veel vallen en opstaan tot hele indrukwekkende resultaten heeft kunnen leiden, maar sinds de die resultaten zijn verfijnd met behulp van concrete kennis, gericht onderzoek en brede wetenschappelijke inzichten, weet je soms letterlijk niet meer wat je meemaakt. Het is ongelofelijk wat tegenwoordig mogelijk blijkt.

In dat vorig leven was het overigens erg leuk om dingen uit te proberen en 'on the fly' te onderzoeken. Er waren altijd mensen in mijn omgeving die mee wilden denken, net zo hard bezig waren om nieuwe dingen te onderzoeken en vooral veel anderen wilden betrekken in het plezier wat we aan ons werk beleefden.
Hard werken was zelden een punt omdat de sfeer zo goed was.

Nu is dat anders. Vroeger werkte ik op plekken waar de mensen opgetogen en nieuwsgierig naartoe kwamen. Nu werk ik op plekken waar mensen moe en terneergeslagen heen gaan. Ik ken deze plekken van binnenuit. We lachen wel. We lachen om de ellende te vergeten. Dat is een heel ander soort lachen dan de uiting van plezier en levensvreugde die ik lang geleden dagelijks beleefde.

Mijn levensvreugde heeft het regelmatig zwaar te verduren. Bij momenten vraag ik me af of dit werk wel is wat ik wil. Gelukkig leer ik ervan. Met name dingen over mezelf. Dat lucht dan weer op, want de pret van vroeger werd vaak gedrukt doordat ik niet goed wist wat ik met mezelf aan moest.
Daar lag 'het' allemaal aan, weet ik nu. Ik ben opgevoed om ongelukkig te zijn. Dat is niet expres gebeurd. Mijn ouders waren ook zo opgevoed en in hun tijd bestond het niet dat je twijfelde aan je eigen opvoeding.

Zulke dingen leer ik nu dus. En dat mag ik nu op één of andere manier gebruiken in mijn werk. Welke manier de juiste is vind ik in niet een boekje terug. Ik weet niet of die boekjes wel bestaan. Veel boekjes op dit gebied stammen uit de tijd waarin mensen geen vragen stelden over opvoeding of over pedagogiek. Daardoor is het erg moeilijk om te herstellen wanneer je ziek bent. Verzorgers, verplegers en hulpverleners hebben heel lang heel veel geleerd over ziek, zwak en hulpeloos zijn. Verder hoefden ze vroeger niks te leren. Een ziekenzorger noemt zichzelf geen beter-zorger, toch?

Al die kennis die ik hier ophoest, rommelt in mijn binnenste. Ik weet niet of ik me er vrolijk bij kan voelen.
Misschien is dat gevoel al een basis om vooral door te gaan, want zodra ik vrolijk word binnen dit werk, gebeurt er waarschijnlijk iets erg prettigs in het wereldje van vermoeide, neerslachtige mensen.

Maar nu eerst vakantie.

Joepie !