Mijn leven lijkt te kantelen. Ik heb er even geen andere omschrijving voor. In de afgelopen weken heb ik dingen te horen gekregen die me een beetje doorelkaar geschud lijken te hebben. Het zijn echt geen kleinigheden. Allemaal nieuws wat grote invloed heeft op mijn gezapige leventje van het afgelopen jaar.
tenminste: Het voelt heel gezapig. Weinig verplichtingen, geen grootse bezigheden, gewoon een beetje aanlummelen.....
En zorgen dat ik er weer bovenop zou komen.
Dat lijkt nu met een klap te gebeuren. Niet geleidelijk, of ik had het niet aan zien komen?
Nu lijkt het zover te zijn dat de wereld opeens voor me openstaat. Niet meer aanlummelen, maar met frisse moed erop uit, of er op los.
Ik weet echt niet wat me overkomt. Het ene moment kan ik me nog uitgebreid bezinnen op de gebeurtenissen en plotseling dta ik te knipperen tegen het felle licht. Wat valt hier te zien? Heel veel, maar ik weet zelf niet waar ik naar kijk.
Even rustig ademhalen. Het lijkt erop dat ik het beste een Plan kan maken, al weet ik niet of het echt gaat lukken om het uit te voeren.
Als ik zelf maar weet waar ik op moet letten.
Het moet immers Goed komen en niet Fout gaan.
vrijdag 25 februari 2011
woensdag 23 februari 2011
Leeg
Vandaag dacht ik dat het me moest gaan lukken een prachtige blog te schrijven. Maar nu ik ervoor ga zitten weet ik me leeg. Geen fraaie volzinnen in mijn hoofd, geen kleurrijk onderwerp.
Gewoon niks. Zelfs als ik gewoon ergens aan probeer te denken, komt er niks.
Op dit moment voel ik me ongeveer als mijn bovenbuur die momenteel lekker zit te genieten van dorre carnavalsmuziek.... (en ik geniet ongewild mee. Maar ik ben de beroerdste niet. Hij krijgt er een stukje Stanley Clarke voor terug. Lief van me, hè?)
Nee, zo erg is het gelukkig niet.
Wat het lot, toeval of gewoon: Het moment me in de afgelopen dagen heeft aangereikt, is heel wat. Ik was er vol van, dus misschien wel even aan leeg-zijn toe?
Het klinkt heel logisch, maar vrouw & logisch is nooit wat het lijkt. Leeg zijn betekent voor mij dat ik het alleen zijn heel erg beu begin te worden. Nou hoef ik niet direct iemand bij me in huis te hebben, behalve misschien mijn kinderen. Ik bedoel meer iemand de hier lekker aan komt waaien en aanvoelt dat ik Stanley Clarke niet alleen maar lekker stevig aan heb staan om mijn buurman's culturele bagage wat meer substantie te geven.
Ik heb het over mensen met wie ik gewoon tijd en interesses kan delen, lekkere gesprekken kan voeren. Die ik zomaar kan bellen om te vragen of hij/zij die en die film ook wil zien? En dan, zonder verder overleg om kwart vóór bij de bios afspreken....
Klink ik te romantisch?
Ik ben niet opgegroeid met vrienden, het is stilgevallen rond m'n 28ste. In twintig jaar kan er een hoop veranderen. Gaan mensen van ongeveer 50 nog wel naar de film?, vraag ik me af. Vanaf welke leeftijd laten ze je niet meer binnen in de bios?
Gekheid, natuurlijk.
Het is gewoon heel moeilijk om nu tot leven te komen. Ik heb zo lang geen vrienden om me heen gehad dat ik nu niet meer weet hoe ik ze moet vinden.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat vrienden mij niet zouden kunnen vinden. Degenen die dit lezen weten alvast dat ik Stanley Clarke niet verkeerd vind ('Thunder', met Marcus Miller en Victor Wooten).
Ik was trouwens niet alleen mijn vrienden een beetje kwijt, ik had ook niet echt het idee meer dat ik mijn eigen leven nog aan het leiden was, maar dat achterliggende verhaal is teveel voor dit blogje.
Laat ik volstaan met te melden dat het allemaal aan het bijtrekken is.
Geweldig drumgeluid op deze CD, maar dat terzijde....
Gewoon niks. Zelfs als ik gewoon ergens aan probeer te denken, komt er niks.
Op dit moment voel ik me ongeveer als mijn bovenbuur die momenteel lekker zit te genieten van dorre carnavalsmuziek.... (en ik geniet ongewild mee. Maar ik ben de beroerdste niet. Hij krijgt er een stukje Stanley Clarke voor terug. Lief van me, hè?)
Nee, zo erg is het gelukkig niet.
Wat het lot, toeval of gewoon: Het moment me in de afgelopen dagen heeft aangereikt, is heel wat. Ik was er vol van, dus misschien wel even aan leeg-zijn toe?
Het klinkt heel logisch, maar vrouw & logisch is nooit wat het lijkt. Leeg zijn betekent voor mij dat ik het alleen zijn heel erg beu begin te worden. Nou hoef ik niet direct iemand bij me in huis te hebben, behalve misschien mijn kinderen. Ik bedoel meer iemand de hier lekker aan komt waaien en aanvoelt dat ik Stanley Clarke niet alleen maar lekker stevig aan heb staan om mijn buurman's culturele bagage wat meer substantie te geven.
Ik heb het over mensen met wie ik gewoon tijd en interesses kan delen, lekkere gesprekken kan voeren. Die ik zomaar kan bellen om te vragen of hij/zij die en die film ook wil zien? En dan, zonder verder overleg om kwart vóór bij de bios afspreken....
Klink ik te romantisch?
Ik ben niet opgegroeid met vrienden, het is stilgevallen rond m'n 28ste. In twintig jaar kan er een hoop veranderen. Gaan mensen van ongeveer 50 nog wel naar de film?, vraag ik me af. Vanaf welke leeftijd laten ze je niet meer binnen in de bios?
Gekheid, natuurlijk.
Het is gewoon heel moeilijk om nu tot leven te komen. Ik heb zo lang geen vrienden om me heen gehad dat ik nu niet meer weet hoe ik ze moet vinden.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat vrienden mij niet zouden kunnen vinden. Degenen die dit lezen weten alvast dat ik Stanley Clarke niet verkeerd vind ('Thunder', met Marcus Miller en Victor Wooten).
Ik was trouwens niet alleen mijn vrienden een beetje kwijt, ik had ook niet echt het idee meer dat ik mijn eigen leven nog aan het leiden was, maar dat achterliggende verhaal is teveel voor dit blogje.
Laat ik volstaan met te melden dat het allemaal aan het bijtrekken is.
Geweldig drumgeluid op deze CD, maar dat terzijde....
Wanhoop en Wangedrag
Toen mij na heel veel jaren duidelijk werd, dat ik alleen uiterlijk een man was, wist ik meteen dat doorgaan met de schijn ophouden onmogelijk en uiteindelijk zelfs dodelijk zou zijn.
Ondanks die wetenschap, heb ik toch nog een jaar of wat getobd zonder mijn lichaam en mijn leven aan te passen aan de vorm waar ik kan bestaan zonder erover na te hoeven denken of dit wel waar is.
De grootste en op het laatst enige reden om niet aan de waarheid toe te geven was angst.
Niet de angst voor het onbekende, ook niet de angst dat ik iets verkeerd zou doen.
Het was de angst dat men mij niet zou accepteren. Ik was bang dat ik, wanneer ik me als vrouw zou gaan kleden en gedragen, uitgelachen en bespot zou worden door de hele wereld.
Als man vond ik mezelf veel te groot, lomp en lelijk. Ik was niet elegant, op geen enkele wijze charmant en ik miste elke verfijning, dus ook dat wat ik als typisch vloeiend-vrouwelijk beschouw.
Een wezen met die eigenschappen zou volgens mij nooit de indruk kunnen wekken dat er werkelijk een vrouwelijke ziel in dat lijf huist.
Als jongen en als man werd ik al vaak uitgelachen, gepest en zelfs in elkaar geslagen. Ik nam aan dat dit alleen maar erger zou worden wanneer ik me als 'verklede vent' op straat zou durven vertonen.
Ik heb toch de moed en de kracht gehad om het erop te wagen.
Het is alles meegevallen. Natuurlijk ben ik bang geweest, onzeker. Ik wist me vaak bekeken, aangestaard zelfs. Maar ik kan me niet herinneren dat iemand ooit een opmerking heeft gemaakt die bedoeld was om mij te kwetsten, laat staan erger.
Uiteindelijk was en is soms nog steeds mijn eigen angst en mijn onzekerheid voor mij een grotere belemmering voor een bloeiend sociaal leven, dan de reacties van mensen die mijn pad kruisen.
Mijn angst en mijn onzekerheid zijn eerder kenmerkend dan uitzonderlijk voor transvrouwen die beginnen aan hun transitie. Ik heb begrepen van mensen die het weten kunnen, dat ik juist opvallend weinig last schijn te hebben van mijn angst. De enkele keer dat ik echt bang ben geweest in het openbaar, heb ik me redelijk makkelijk over die angst heen kunnen zetten. Ik ben nooit in paniek geraakt, het is nooit voorgekomen dat ik me van schrik dagenlang heb opgesloten in mijn huisje. Ik heb het steeds voor elkaar gekregen om tegenover elke negatieve ervaring meerdere positieve ervaringen te plaatsen.
Ik dacht steeds dat deze dapperheid in mijn karakter zat. Het zit 'm niet in mijn opvoeding.
Dacht ik steeds....
Je opvoeding houdt niet op zodra je niet meer bij pappa en mamma woont. Eigenlijk gaat die heel je leven door.
Ik dacht tot heel kort geleden dat mijn leven als man helemaal passé was. Ik had daar dingen gedaan die weinig of niks te maken hebben met mij als Carine. Dat geloofde ik met heel mijn wezen. Met verstand zei me dat het onmogelijk moet zijn om je leven zo radicaal te 'breken'.
Het is ook niet gebeurd. Veel dingen van 'toen' blijven gewoon bestaan en zijn nog even krachtig en waardevol als ze waren. Het lukt me steeds beter om mijn 'verleden ik' niet als man of als verborgen vrouw te herinneren, maar als persoon. Heel neutraal. De twijfel vervaagt. Ik ben wie ik ben en het heeft er alles van weg dat vrouw-zijn het beste bij me past.
Nu ontsta ik opnieuw. Ik heb opeens een heel leven om op terug te kijken. Een vat vol gebeurtenissen die me hebben gevormd tot de persoon die ik nu kan zijn. Nu weet ik bijvoorbeeld, dat de jaren waarin ik als roady met blues- en rockbandjes door Nederland (en ver daarbuiten) getourd heb, mij hebben geleerd om de dreiging die van gewone mensen uitgaat op waarde te schatten en te hanteren.
De keren dat ik geschoffeerd, gekwetst, beledigd, bedreigd, besmeurd, gehinderd, getergd, getart of gewoon lastiggevallen ben in die jaren zijn letterlijk niet te tellen. Ik geloof niet dat ik op dat gebied ben afgestompt; ik zou het voor geen goud opnieuw willen beleven. Maar ik pluk nu wel de vruchten van deze levensles.
Ik heb mijn angst niet overwonnen, ik heb hem mogen cultiveren.
Buiten dit, heb ik nog veel andere dingen geleerd, kennis opgedaan, ervaring opgebouwd. Eerlijk gezegd wist ik nooit wat al dat moois voor mij in mijn mannenrol kon betekenen.
Nu ik zie dat er geen breuk in mijn leven is, kan ik gaan oogsten.
Ik denk dat ik een hele grote meid ga worden....
Ondanks die wetenschap, heb ik toch nog een jaar of wat getobd zonder mijn lichaam en mijn leven aan te passen aan de vorm waar ik kan bestaan zonder erover na te hoeven denken of dit wel waar is.
De grootste en op het laatst enige reden om niet aan de waarheid toe te geven was angst.
Niet de angst voor het onbekende, ook niet de angst dat ik iets verkeerd zou doen.
Het was de angst dat men mij niet zou accepteren. Ik was bang dat ik, wanneer ik me als vrouw zou gaan kleden en gedragen, uitgelachen en bespot zou worden door de hele wereld.
Als man vond ik mezelf veel te groot, lomp en lelijk. Ik was niet elegant, op geen enkele wijze charmant en ik miste elke verfijning, dus ook dat wat ik als typisch vloeiend-vrouwelijk beschouw.
Een wezen met die eigenschappen zou volgens mij nooit de indruk kunnen wekken dat er werkelijk een vrouwelijke ziel in dat lijf huist.
Als jongen en als man werd ik al vaak uitgelachen, gepest en zelfs in elkaar geslagen. Ik nam aan dat dit alleen maar erger zou worden wanneer ik me als 'verklede vent' op straat zou durven vertonen.
Ik heb toch de moed en de kracht gehad om het erop te wagen.
Het is alles meegevallen. Natuurlijk ben ik bang geweest, onzeker. Ik wist me vaak bekeken, aangestaard zelfs. Maar ik kan me niet herinneren dat iemand ooit een opmerking heeft gemaakt die bedoeld was om mij te kwetsten, laat staan erger.
Uiteindelijk was en is soms nog steeds mijn eigen angst en mijn onzekerheid voor mij een grotere belemmering voor een bloeiend sociaal leven, dan de reacties van mensen die mijn pad kruisen.
Mijn angst en mijn onzekerheid zijn eerder kenmerkend dan uitzonderlijk voor transvrouwen die beginnen aan hun transitie. Ik heb begrepen van mensen die het weten kunnen, dat ik juist opvallend weinig last schijn te hebben van mijn angst. De enkele keer dat ik echt bang ben geweest in het openbaar, heb ik me redelijk makkelijk over die angst heen kunnen zetten. Ik ben nooit in paniek geraakt, het is nooit voorgekomen dat ik me van schrik dagenlang heb opgesloten in mijn huisje. Ik heb het steeds voor elkaar gekregen om tegenover elke negatieve ervaring meerdere positieve ervaringen te plaatsen.
Ik dacht steeds dat deze dapperheid in mijn karakter zat. Het zit 'm niet in mijn opvoeding.
Dacht ik steeds....
Je opvoeding houdt niet op zodra je niet meer bij pappa en mamma woont. Eigenlijk gaat die heel je leven door.
Ik dacht tot heel kort geleden dat mijn leven als man helemaal passé was. Ik had daar dingen gedaan die weinig of niks te maken hebben met mij als Carine. Dat geloofde ik met heel mijn wezen. Met verstand zei me dat het onmogelijk moet zijn om je leven zo radicaal te 'breken'.
Het is ook niet gebeurd. Veel dingen van 'toen' blijven gewoon bestaan en zijn nog even krachtig en waardevol als ze waren. Het lukt me steeds beter om mijn 'verleden ik' niet als man of als verborgen vrouw te herinneren, maar als persoon. Heel neutraal. De twijfel vervaagt. Ik ben wie ik ben en het heeft er alles van weg dat vrouw-zijn het beste bij me past.
Nu ontsta ik opnieuw. Ik heb opeens een heel leven om op terug te kijken. Een vat vol gebeurtenissen die me hebben gevormd tot de persoon die ik nu kan zijn. Nu weet ik bijvoorbeeld, dat de jaren waarin ik als roady met blues- en rockbandjes door Nederland (en ver daarbuiten) getourd heb, mij hebben geleerd om de dreiging die van gewone mensen uitgaat op waarde te schatten en te hanteren.
De keren dat ik geschoffeerd, gekwetst, beledigd, bedreigd, besmeurd, gehinderd, getergd, getart of gewoon lastiggevallen ben in die jaren zijn letterlijk niet te tellen. Ik geloof niet dat ik op dat gebied ben afgestompt; ik zou het voor geen goud opnieuw willen beleven. Maar ik pluk nu wel de vruchten van deze levensles.
Ik heb mijn angst niet overwonnen, ik heb hem mogen cultiveren.
Buiten dit, heb ik nog veel andere dingen geleerd, kennis opgedaan, ervaring opgebouwd. Eerlijk gezegd wist ik nooit wat al dat moois voor mij in mijn mannenrol kon betekenen.
Nu ik zie dat er geen breuk in mijn leven is, kan ik gaan oogsten.
Ik denk dat ik een hele grote meid ga worden....
maandag 21 februari 2011
Symphonie van treurliederen
No mother, do not weep,
Most chaste Queen of Heaven
Support me always
"Zdrowas Mario"(*)
Bovenstaande is een gebed wat door de, toen achttienjarige, Helena Wanda Blazusiakówna op 26 september 1944 in de muur van cel 3 is gekrast in het hoofdkwartier van de Gestapo in Zadopane, Polen.
(*) Zdrowas Mario (wees gegroet, Maria) -de opening van het gebed tot de H. Maria in het Pools
Henryk Górecki heeft dit gebed gebruikt in het tweede deel van zijn symphony nummer 3:
Symphony van treurliederen.
De eerste keer dat ik deze symphonie hoorde, kwam er een beeld in me op van een componist of andere kunstenaar, al een wat oudere man, die op een kalme, mistige herfstdag het bos in was gelopen en zijn handen in een grote hoop herfstbladeren had gestoken. Hij woelde en voelde steeds dieper in de hoop, tot hij er bijna tot aan zijn schouders in zat. Hij raakte met zijn handen de zwarte, vochtige grond onder de hoop bladeren, woelde nog dieper tot hij met zijn gezicht in de herfstbladeren zat. Opeens grepen zijn handen iets vast en met een lange, beheerste beweging trok hij tevoorschijn wat hij daar had vastgegrepen:
Deze Symphonie.
Sommige mensen beweren dat Górecki dit werk geschreven zou hebben ter nagedachtenis van de slachtoffers die zijn gevallen in de kampen in Polen in de jaren 1939 - 1945.
Het zou kunnen. In het werk klinkt de machteloosheid, het ongrijpbare verdriet door, wat veel mensen sinds 1945 gevoeld hebben en nog zullen voelen als ze tot zich door laten dringen welke 'industrie' de Nazi's bij plaatsen als Treblinka, Sobibor, Belzec, Majdanek, Chelmno en nog een paar hebben opgezet.
Ik ben één van die mensen. Als ik mijn gedachten richt op wat men toen en daar gedaan heeft. Als ik probeer de gezichten te zien van mensen die daar waren om er te verdwijnen, welt er een verdriet in me op, wat groter voelt dan mijzelf. Ik heb geprobeerd te begrijpen wat het was: De Endlösing. Het idee en vooral hoe dat werkelijkheid heeft kunnen worden. Welke onmenselijkheid hebben mensen in zich om zoiets te kunnen maken.
Misschien kunnen we deze hele operatie en alles wat het mogelijk heeft gemaakt de geuzennaam "Het Dertiende Wereldwonder" geven. Dertien is het getal van het ongeluk, het getal waar zelfs mensen die niet bijgelovig zijn soms voor huiveren. Een wereldwonder omdat het gebeurde je gevoel voor werkelijkheid steeds ontstijgt. Het is te groot voor je verstand.
Toen ik keek naar de documentaire 'Shoah' van Claude Lanzmann uit 1984, bekroop me meer dan eens het gevoel dat ik zat te kijken en te luisteren naar een verzonnen verhaal. niet omdat het onecht leek, maar omdat de verhalen zo onwerkelijk zijn:
Braaf treinkaartjes kopen voor al die mensen die je soms wel wekenlang op reis stuurt.
Mensen die op de plaats van bestemming aangekomen - na die hele lange reis - binnen een paar uur vergaan zijn tot as, tot stof. Tot niets dan het restant van een idee van haat wat nergens vandaan lijkt te komen.
Hoe kun je mensen die je nooit gekend hebt zo intens haten dat je er een levenswerk van maakt deze onbekende mensen te doden en te vernietigen? Bij duizenden, bij miljoenen......
Eén van mijn wensen is ooit nog een aantal van de plekken waar dit gebeurd is te bezoeken. Ik wil weten of de aarde zich het leed herinnert, of dat het mijn gedachten zijn die lading aan deze plekken geven. Moeder aarde was immers altijd onpartijdig en onschuldig. Haar zwaartekracht is voor iedereen gelijk.
Misschien is Moeder Aarde de enige die dit kan begrijpen omdat zij de mensen al zoveel langer en zoveel beter kent dan de mensen zelf.
Misschien is Moeder Aarde niemand minder dan God in eigen hoedanigheid? Ik weet het niet. Zij is veel groter dan mij. Laat mij maar geloven in het leven zelf, zoveel makkelijker is het om te bekennen dat ik lang niet alles en zeker niet iedereen kan begrijpen, ook niet hoef te begrijpen.
Maar ik wil wel proberen te doorzien hoe sommige dingen hebben kunnen gebeuren.
Misschien kan ik dan het leven vertellen dat ze zulke dingen niet nog eens hoeft te proberen.
Most chaste Queen of Heaven
Support me always
"Zdrowas Mario"(*)
Bovenstaande is een gebed wat door de, toen achttienjarige, Helena Wanda Blazusiakówna op 26 september 1944 in de muur van cel 3 is gekrast in het hoofdkwartier van de Gestapo in Zadopane, Polen.
(*) Zdrowas Mario (wees gegroet, Maria) -de opening van het gebed tot de H. Maria in het Pools
Henryk Górecki heeft dit gebed gebruikt in het tweede deel van zijn symphony nummer 3:
Symphony van treurliederen.
De eerste keer dat ik deze symphonie hoorde, kwam er een beeld in me op van een componist of andere kunstenaar, al een wat oudere man, die op een kalme, mistige herfstdag het bos in was gelopen en zijn handen in een grote hoop herfstbladeren had gestoken. Hij woelde en voelde steeds dieper in de hoop, tot hij er bijna tot aan zijn schouders in zat. Hij raakte met zijn handen de zwarte, vochtige grond onder de hoop bladeren, woelde nog dieper tot hij met zijn gezicht in de herfstbladeren zat. Opeens grepen zijn handen iets vast en met een lange, beheerste beweging trok hij tevoorschijn wat hij daar had vastgegrepen:
Deze Symphonie.
Sommige mensen beweren dat Górecki dit werk geschreven zou hebben ter nagedachtenis van de slachtoffers die zijn gevallen in de kampen in Polen in de jaren 1939 - 1945.
Het zou kunnen. In het werk klinkt de machteloosheid, het ongrijpbare verdriet door, wat veel mensen sinds 1945 gevoeld hebben en nog zullen voelen als ze tot zich door laten dringen welke 'industrie' de Nazi's bij plaatsen als Treblinka, Sobibor, Belzec, Majdanek, Chelmno en nog een paar hebben opgezet.
Ik ben één van die mensen. Als ik mijn gedachten richt op wat men toen en daar gedaan heeft. Als ik probeer de gezichten te zien van mensen die daar waren om er te verdwijnen, welt er een verdriet in me op, wat groter voelt dan mijzelf. Ik heb geprobeerd te begrijpen wat het was: De Endlösing. Het idee en vooral hoe dat werkelijkheid heeft kunnen worden. Welke onmenselijkheid hebben mensen in zich om zoiets te kunnen maken.
Misschien kunnen we deze hele operatie en alles wat het mogelijk heeft gemaakt de geuzennaam "Het Dertiende Wereldwonder" geven. Dertien is het getal van het ongeluk, het getal waar zelfs mensen die niet bijgelovig zijn soms voor huiveren. Een wereldwonder omdat het gebeurde je gevoel voor werkelijkheid steeds ontstijgt. Het is te groot voor je verstand.
Toen ik keek naar de documentaire 'Shoah' van Claude Lanzmann uit 1984, bekroop me meer dan eens het gevoel dat ik zat te kijken en te luisteren naar een verzonnen verhaal. niet omdat het onecht leek, maar omdat de verhalen zo onwerkelijk zijn:
Braaf treinkaartjes kopen voor al die mensen die je soms wel wekenlang op reis stuurt.
Mensen die op de plaats van bestemming aangekomen - na die hele lange reis - binnen een paar uur vergaan zijn tot as, tot stof. Tot niets dan het restant van een idee van haat wat nergens vandaan lijkt te komen.
Hoe kun je mensen die je nooit gekend hebt zo intens haten dat je er een levenswerk van maakt deze onbekende mensen te doden en te vernietigen? Bij duizenden, bij miljoenen......
Eén van mijn wensen is ooit nog een aantal van de plekken waar dit gebeurd is te bezoeken. Ik wil weten of de aarde zich het leed herinnert, of dat het mijn gedachten zijn die lading aan deze plekken geven. Moeder aarde was immers altijd onpartijdig en onschuldig. Haar zwaartekracht is voor iedereen gelijk.
Misschien is Moeder Aarde de enige die dit kan begrijpen omdat zij de mensen al zoveel langer en zoveel beter kent dan de mensen zelf.
Misschien is Moeder Aarde niemand minder dan God in eigen hoedanigheid? Ik weet het niet. Zij is veel groter dan mij. Laat mij maar geloven in het leven zelf, zoveel makkelijker is het om te bekennen dat ik lang niet alles en zeker niet iedereen kan begrijpen, ook niet hoef te begrijpen.
Maar ik wil wel proberen te doorzien hoe sommige dingen hebben kunnen gebeuren.
Misschien kan ik dan het leven vertellen dat ze zulke dingen niet nog eens hoeft te proberen.
Abonneren op:
Reacties (Atom)