zaterdag 7 januari 2012

Dromen en Katten



Omdat ik me regelmatig voorneem om ook nog iets nuttigs te doen met mijn computer, schrijf ik dit blog niet online, maar vanuit office. Dat schijnt te kunnen dus dat ga ik uitproberen. Als jullie dit niet kunnen lezen is het kunstje mislukt en dan rommel ik gewoon weer verder op de oude manier.
Tis nie anders.
Jullie kunnen het bovenstaand niet lezen, hoor!
Vannacht was ik enorm aan het dromen. Wel meer dan één droom. Hoezo onrust in mijn hoofd?
Nou, nee; zo erg is het niet. Als ik dromen droom die ik me nog redelijk kan herinneren zodra ik wakker ben, betekent dat gewoon dat ik dingen aan het verwerken ben.
De dromen van vannacht hadden elementen van best lang geleden. Zo droomde ik dat ik de nieuwe racefiets van Bertus Staigerpaip mocht lenen. “Van Wie?”, hoor ik jullie roepen….
Van Bertus, of Ruud zoals hij echt heet. Hij had een nieuwe fiets van het merk ‘Ferrari’ en ik mocht erop rijden om te controleren of het echt een hele goeie, sportieve maar vooral Snelle fiets was.
Ik vond het een eng ding want al bij de minste of geringste pedaalbeweging schoot ik heel snel vooruit en dat op ongelofelijk dunne bandjes en met weinig, nee; nagenoeg geen, voelbare weerstand in het stuur. Ik was als de dood dat ik zou vallen en mezelf vreselijk pijn zou doen. Het zou natuurlijk ook een drama zijn als ik Ruud zijn nieuwe fiets zou beschadigen, want hij heeft best een kort lontje.
Na de proefrit over mijn geboortedorp, gaf ik de fiets terug aan Ruud en nog voordat ik er iets over kon zeggen keek Ruud, of Bertus, me een beetje benauwd aan en hij vroeg of ik het geen eng ding vond om op te fietsen, want met zulke smalle bandjes en zo weinig gevoel in het stuur zo hard fietsen is niet leuk voor een beginnend racefietser.
“Tsja, Bertus… Da hedde meej ‘nun Ferrari!”
En toen werd ik wakker omdat er allemaal poezen zaten te miauwen. Twiggy in de huiskamer en de buurkat onder mijn raam. Het was nog maar net 05:00u, dus ik besloot lekker verder te slapen.
Nou ging het over huizen. In het één woonde ik. Geen slecht huis, maar de tuin zat bij mooi weer steeds vol met de gasten van het café-restaurant waar ik naast woonde (in die droom). Ik had al een paar keer gezegd dat ik zou gaan verhuizen zodra ik een geschikt nieuw hutje vond.
Nu had iemand met wie ik ooit samen heb gewoond, iets moois voor mij gevonden. Dat is niet zo erg, maar deze persoon had meteen alles voor de verhuizing geregeld. Ook de verkoop van het huis naast het café-restaurant. Ik had nog één dag om te verhuizen, want de makelaar had al van alles geregeld zonder dat ik dat wist.
Het nieuwe huis was mooi. Zelfs nog leuker dan het oude. Een mooi pandje met drie verdiepingen. Heel sfeervol, maar best wel verwaarloosd. Het stond me tegen om zo plotseling te moeten verhuizen!
Er stonden nog allemaal spulletjes in mijn nieuwe huis die niet van mij waren, maar waar ik wel op moest passen want ze mochten niet beschadigen, ook niet gestolen worden. De makelaar wilde zelfs dat ik mijn eigen spullen zolang in de tuin onder een zeiltje liet staan, totdat die andere zooi opgehaald zou worden. Maar hij zei er niet bij door wie, ook niet wanneer.
Ik was eerst heel verdrietig en wanhopig, want ik wist niet hoe ik alles voor elkaar moest krijgen: Het ene huis leegmaken, het andere opknappen, alle spullen veilig bewaren (het was ook al gaan regenen). Ik zag het echt niet zitten…
Tot ik een geweldig idee kreeg. Ik vroeg aan de makelaar of ik ergens een handtekening onder had gezet. Dat was niet zo. Hij had alles samen met die ander van vroeger geregeld en hun handtekeningen stonden onder alle contracten. Hij vertelde dat ik me geen zorgen hoefde te maken, want het huis waar ik in zou moeten gaan wonen was echt officieel van mij, dat kon niemand me afnemen.
Maar de zorg voor de spullen die erin stonden kon niemand me verplichten, want dat was niet met mij afgesproken. Daar moesten degenen voor zorgen die hun handtekening wel onder de papieren hadden gezet.
Dus toen heb ik alles keurig op straat gezet en ik heb het huisje netjes ingericht met mijn eigen spulletjes. Toen begon de zon te schijnen en het opeens het leukste huisje wat ik ooit vanbinnen gezien heb. Echt een droomhuisje.
En ik leefde nog lang en gelukkig….
Totdat Twiggy naast mijn bed stond te miauwen. Dat doet ze altijd als ik uit wil slapen. De kleine dwingeland! Maar ze is wel erg lief, hoor

dinsdag 3 januari 2012

De tussenstand

Omdat ik 2012 ben begonnen zonder goede voornemens, maar met grootse plannen, lijkt het me wel zinvol om jullie, de lezers van dit blog, op de hoogte te houden van mijn vorderingen. Daarmee maak ik jullie in stilte medeplichtig, want feedback is altijd een goeie brandstof voor hoogvliegers.

O, nu heb ik al een deel van mijn plannen verraden. Dat wilde ik eerlijk gezegd niet doen. Verwachtingen zijn namelijk net als Doberman Pinchers met een hernia: Makkelijk vals...
Zodoende wil ik geen slapende honden wakker maken, met name Dobermans.

Maar mijn plannen zitten nog een beetje vast in een winterdip.
De periode rond de kortste dag is bij mij traditioneel de tijd van het jaar waarin de zonnige kant van mijn humeur neigt naar winterslaap, dus ik wist al van te voren dat ik de boel momenteel vooral serieus aan zou moeten pakken. Weinig attitude om vrolijk en lichtvoetig de koe bij de hoorns te vatten, maar dat geeft niks, zolang de stemming niet dieper zinkt dan Melancholie.

Dat ik nog herstellende ben van een operatie, hoeft ook niet echt een reden op zich te zijn om me te laten weerhouden van Het Verbeteren Van De Wereld In De Ruimste Zin, daarbij vooral te beginnen bij mezelf, maar nu ik niet kan fietsen, nauwelijks normaal kan zitten en nog lang niet voldoende energie heb om lang te staan, laat staan te lopen, hangt het allemaal een beetje, vooral te beginnen bij mezelf.
Dat is niet erg, zolang de vlagen van moedeloosheid niet al 's morgens voor het ontbijt opsteken.

Ik mag we wel gelukkig prijzen met een zeer vrouwelijke eigenschap, noem het 'hormoongedoe'.
Of het is gewoon de leeftijd. 50 jaar is... nouja.. zo'n moment in je leven waarop je plotseling niet meer wil denken aan 'oud worden', maar waarop je toch de programma's die Omroep Max uitzendt best leuk begint te vinden.
Maar daar kun je goed mee leven zolang de zon schijnt en zolang je jezelf fit, sterk en gezond voelt.

Toch valt het niet tegen. Rond kerst had ik even wat moeite met het hormoongedoe, dus ik heb mezelf in de laatste week van 2011 tamelijk opgesloten in mijn hutje, diep verscholen achter de kerstboom. Daar merkte ik dat ik toch wel erg hard aan een paar daagjes rust toe was. Het is kennelijk een heleboel heel hard en vermoeiend werk om te worden wie je eigenlijk al je hele leven was.
Gelukkig heb ik mijn hormonen, dus met links en rechts een huilbuitje kwam ik een heel eind in het verwerken van de dingen des levens.
Dit jaar was het winterdipje niet zo zinloos. Ik heb regelmatig en diep nagedacht over het Oud-Hollandsch gezegde: "Ik voel me K*t", en hoe zo'n eenvoudig zinnetje opeens eindeloos veel diepgang kan krijgen.

En toen was het opeens nieuwjaar met heimwee naar de lente en alles erop en eraan. Wat lijkt het me heerlijk om lekker te fietsen in de zon met een zacht briesje in mijn haren en -vooruit dan- onder mijn rokken...
Fris en vrolijk glimlachend naar het jonge vee in de frisse weiden en de Vrolijke Vijftigers en -plussers die ik daarbuiten tegenkom.
(Even voor de goede orde: Ik heb géén E-bike, ik voel me namelijk nog lang geen 50+).

Dat is dus op dit moment de achtergrond en met dit in het achterhoofd plus de wetenschap dat er overal nog heel veel mensen kerstvakantie hebben, vind ik dat ik ga als een speer!

Vandaag heb ik gesolliciteerd op een vrijwilligersbaan.

Tsjakkaaaaaaaaaaa  !!!!!!



zondag 1 januari 2012

Uiteinde & Begin

Als ik dit begin te schrijven is het 31 december 2011, 23:45 uur.

Het oude jaar is afgelopen, een nieuw jaar ligt op de stoep te wachten om te worden uitgepakt en geconsumeerd.
Eigenlijk ben ik helemaal niet klaar voor een nieuw jaar, want nog te druk bezig om alles wat ik in het afgelopen jaar heb afgesloten een plek te geven. Pas als dat gedaan is, durf ik me als nieuw te voelen.

Toch doe ik het maar, het jaar wisselen, ook al zit ik hier alleen, nu en dan bezorg naar Twiggy kijkend, want het lieve schepseltje heeft nog minder met vuurwerk op dan ik en het knalt al sinds vanmorgen negen uur.
We zijn samen al hartstikke moe van dit ontspoorde ritueel waardoor de jaarwisseling elk jaar iets meer lijkt te vervagen.

Maar ik sluit echt iets af. Een leven waarvan ik zelf nog steeds met een mond vol tanden sta.
Het was vreemd, raar, gek en onwerkelijk. Heb ik dat allemaal doorstaan?
Ik denk aan heel veel mensen die met me opgetrokken hebben, zij meestal meer met mij dan ik met hen.
Mensen die in mij geloofden terwijl ik niet eens kon geloven dat ik echt bestond.

Ik heb me vele jaren lang schuldig gevoeld voor wie en hoe ik was en ik verbaas me erover dat daarvan blijkbaar niets zichtbaar was. Ik verbaas me er ook over dat vrijwel niemand uit heel mijn kring van mij wegloopt nu ik, op een manier die geen twijfel laat, heb getoond dat ik nooit was wat ik leek.

Alle vriendelijkheid, hulp en genegenheid die heb gekregen van alle mensen om me heen maakt me verlegen, maar het is heel goed om te ervaren dat me een plekje gegund wordt in de wereld.

Mijn nieuwe jaar zal een periode zijn waarin ik ga leren hoe ik dat plekje zo goed en mooi mogelijk in kan vullen. Nu zweef ik nog ergens tussen oude schaamte en nieuwe hoop. Ik weet nog niet goed hoe ik mensen kan benaderen, om uitgestoken handen aan te nemen en aan te bieden, maar ik wil dat graag en ik durf bijna niet te hopen dat de mensen nog steeds zo vriendelijk en geduldig met mij zullen zijn als ik mijn weg niet altijd foutloos vind.

Ik bedenk me dat Nieuwjaarsdag de eerste dag in de winter is waarop ik altijd ga verlangen naar het komende voorjaar. De dag waarop de heldere warmte van de zon in de lente onbereikbaar lijkt, maar ik weet dat het komt!
Zo kijk ik nu ook naar Het Nieuwe Jaar. Het komt eraan....

Nu ga ik eerst op zoek naar Twiggy, want ze is even na twaalven weggekropen. Het geknal en geflits van het vuurwerk is haar toch te veel geworden.

Mij niet.

Ik wens iedereen een prachtig 2012.