Ik ben een beetje soort van verliefd.
Op mezelf.
Gisteravond heb ik namelijk zo'n ontzettend fijne avond gehad en dat heb ik helemaal zelf voor mezelf bedacht en geregeld. ik heb vandaag nog heel de dag na lopen soezen, zo heerlijk!
Ik was naar het theater, datzelfde theater waar ik zoveel jaar geleden elke dag als technicus te vinden was.
Maar gisteren was helemaal nieuw voor me. Ik was namelijk nog nooit eerder als vrouw alleen naar het theater geweest. Ik was ook nog nooit naar een opera geweest.
Een leuk radio interview met Karin Strobos, een aansprekende recensie en het idee om iets bij te wonen waar ik niets vanaf weet, waren voor mij de redenen om naar 'Der Rosenkavalier' te gaan.
Ik was heel de dag toch wel een beetje nerveus en toen ik mezelf aan het mooi maken was voor mijn deftig avondje uit, was ik net zo nerveus als de eerste keer dat ik Helemaal Prachtig de wijde wereld betrad.
Omdat ik ruim op tijd van huis was vertrokken had ik nog alle tijd om met een kopje koffie de sfeer in de foyer op me in te laten werken. Hoe knap is het, om een ruimte die zo groot en ruim is, toch intiem en geborgen te laten zijn, wat een wonder van architectuur. Natuurlijk heb ik me ook heel erg vermaakt met mensen kijken. Als je me nu vraagt wat voor soort mensen van opera houdt, zal ik zeggen: "Alle soorten".
Jong, oud. Van Stand of volks. Smaakvol gekleed of niet-kunnen. Ze waren er allemaal.
Ik had een plekje in de loge. Heerlijk ruim en weinig drukte, zo'n plekje waar je lekker je schoenen uit kunt doen en met gestrekte benen heerlijk ontspannen kunt zitten zonder dat iemand hinder van je heeft en ik had ook helemaal geen hinder van anderen. Het enige nadeel, waardoor het een heel goedkoop plekje was, is dat ik een groot deel van het speelvlak niet kon zien, maar daar stond tegenover dat ik in de orkestbak kon kijken. Ik zat recht tegenover de harp, dat prachtige sprookjesachtige instrument.
En de voorstelling? Het was heerlijk om daar te zitten, om het gewoon te laten gebeuren. Niet gehinderd door te veel kennis van zaken. Voor mij was het een avontuur waarbij ik ogen en oren tekort kwam. Ik werd lekker niet afgeleid door de geluidskwaliteit, het lichtplan, taalgebruik, changementen of de mise en scene.
Ik was echt uit!
Wat me wel opviel was een heel mooi orkest. Fijne stemmen. Heel veel luistergenot. Verwondering ook: Hoe kun je -goed- zingen als je plat op je rug ligt? Is het niet vreselijk inspannend om steeds in een on-eigen houding te staan en te lopen en ondertussen toch je stem helemaal te blijven gebruiken? Alles kwam op mij heel logisch over. Nergens haperingen of gekunsteld. Heel de avond een glimlach op mijn gezicht. Heerlijk!
Mijn eerste spontane gedachte na afloop was: "Ik kan me absoluut voorstellen dat mensen helemaal idolaat kunnen zijn van opera!"
Bij het kaartje zat een consumptiebon. Daarvan heb ik mezelf een witte wijn getrakteerd, even een beetje zondigen. Nagenieten.....
En nog steeds.
Beetje verliefd op mezelf, op Octavian, Marschallin, Sophie, Baron Ochs...............
vrijdag 26 november 2010
woensdag 24 november 2010
Stemkunsten
Ook dat is iets wat zomaar kan veranderen: De klank van je stem. Dat is bij mij nu heel erg aan de hand. In deze tijd van het jaar komt het namelijk nog wel eens voor dat mijn luchtwegen een beetje ontstoken of een beetje geïrriteerd raken. In de Medische volksmond heet dat: "Een verkoudheidje".
Op zich zou geen drama mogen vinden dat mijn stem veranderd is want ik was in de afgelopen maanden namelijk al heel druk onder professionele begeleiding in de weer om mijn verbale klankbeeld drastisch aan te passen aan mijn uiterlijke verschijning.
De kwestie is namelijk dat mensen die me zien keurig 'mevrouw' tegen me zeggen, maar mensen die me niet zien en wel horen, aan de telefoon bijvoorbeeld, noemen me 'meneer'.
Met een duur woord heet dit verschijnsel 'Genderdysfonie'. In gewone mensentaal heb ik gewoon een rotstem. Voor een man is er misschien goed mee te leven, maar voor mij dus niet. Daarom ben ik ermee aan het werk gegaan. Ik heb heel veel oefeningetjes geleerd om de toonhoogte naar boven bij te stemmen. Ik ben nog steeds bezig om me een vlotte, heldere articulatie eigen te maken en met meer melodie te leren spreken en vooral om de brom uit mijn stem te halen.
En nu lijkt alles weg. Ik brom, ik mompel en ik kan wel huilen als ik mezelf hoor.
Oefenen helpt momenteel niet. Al ga ik heel voorzichtig en zorgvuldig met mijn stem om, na een kwartiertje doet mijn hals pijn. Het schroeit en het brandt.
Dus ik doe maar kalmpjes aan. Geen praatjes voorlopig. Dan maar wat meer schrijven.
Op mijn blog, bijvoorbeeld.
Op zich zou geen drama mogen vinden dat mijn stem veranderd is want ik was in de afgelopen maanden namelijk al heel druk onder professionele begeleiding in de weer om mijn verbale klankbeeld drastisch aan te passen aan mijn uiterlijke verschijning.
De kwestie is namelijk dat mensen die me zien keurig 'mevrouw' tegen me zeggen, maar mensen die me niet zien en wel horen, aan de telefoon bijvoorbeeld, noemen me 'meneer'.
Met een duur woord heet dit verschijnsel 'Genderdysfonie'. In gewone mensentaal heb ik gewoon een rotstem. Voor een man is er misschien goed mee te leven, maar voor mij dus niet. Daarom ben ik ermee aan het werk gegaan. Ik heb heel veel oefeningetjes geleerd om de toonhoogte naar boven bij te stemmen. Ik ben nog steeds bezig om me een vlotte, heldere articulatie eigen te maken en met meer melodie te leren spreken en vooral om de brom uit mijn stem te halen.
En nu lijkt alles weg. Ik brom, ik mompel en ik kan wel huilen als ik mezelf hoor.
Oefenen helpt momenteel niet. Al ga ik heel voorzichtig en zorgvuldig met mijn stem om, na een kwartiertje doet mijn hals pijn. Het schroeit en het brandt.
Dus ik doe maar kalmpjes aan. Geen praatjes voorlopig. Dan maar wat meer schrijven.
Op mijn blog, bijvoorbeeld.
dinsdag 23 november 2010
still believe
Zaterdag 20 november 2010 heb ik, samen met heel veel andere mensen, geschreeuwd om cultuur.
Als je kijkt naar mijn leventje van dit moment, is dat misschien niet zo toepasselijk. Ik doe immers weinig of niks aan cultuur. Ik luister muziek vanaf CD, de radio of via Internet. Misschien is mijn smaak of voorliefde wat elitair geworden in de loop der jaren, dat zal ik niet ontkennen. Tussen de platen die ik soms al meer dan 30 jaar bezit staan artiesten als Kate Bush en U2. Wat verderop in de tijd duiken namen als Miles Davis en Keith Jarrett op.
Tegenwoordig staat hier bijna altijd Radio 4 aan. Klassiek.
Maar ooit was ik deel van de wereld die Rock'n'Roll wordt genoemd. Niet als toehoorder met een leren jas aan.
Nee, ik zat er middenin. Ik ontweek de sex, bedankte voor de drugs maar ik was elke 'saturday night' te vinden waar het allemaal gebeurde. Hoeveel kilometers asfalt bij nacht heb ik gezien, hoeveel bezwete jonge mensen die een avond beleefden alsof het de laatste van hun jonge leven zou zijn - of juist de eerste. Ik heb van ze gehouden als van mezelf, ik heb ze gehaat uit het diepst van mijn hart.
Ik was nooit allen, weleens eenzaam als we moe en bezweet op weg gingen naar een bed, ergens, om neer te storten, uit te puffen. In die donkere uren op die oeverloos saaie zee van zwart teer met witte strepen dobberden we soms als schipbreukelingen, vreemdelingen, troubadours die op weg waren om in deze of gene uithoek de rust te verstoren van mensen die hun leven ingevuld hadden met regelmaat en regels.
Degene die me leerde hoe mooi en toch betrekkelijk dit alles was noemde zichzelf een fenomeen, een Rock'n'Roll junkie. Hij zong dat hij nooit clever zou worden, toonde zich aan de wereld als een berekende idioot of als een onverhoopte filosoof. Hij zou licht blijven geven als een eternal flame...
Maar het leven is sterker dan leven zelf. een jaar of tien geleden hield het voor hem op. Ik raakte toen iets kwijt. Was het een deel van mijn jeugd? van mijzelf? van mijn opvoeding?
Of ontdekte ik eindelijk dat het geen zin heeft om je leven te vullen met doen-alsof?
In de jaren daarna heb ik ermee gevochten. Ik heb in hoeken en gaten gekeken waar ik liever niet over vertel, onder anderen de plek waar je heen moet om zelf je leven te kunnen afbreken. Ik ben er doorheen gekomen.
Gisteren heb ik uitgelegd als wie en wat, dus daar laat ik het maar bij.
Maar zaterdag jongstleden stond ik voor het Chassé theater, een plek waar ik ook een band mee heb. Daar en toen, bij het vallen van de avond, op het breekpunt tussen zaterdagmiddag en Saturday night, gebeurde er iets. Toeval bestaat niet, het was even of alles speciaal voor mij was bedacht.
Op dat podium daar in de kou stelden zich de koperblazers van het Brabants Orkest op, samen met een popband. Ik was benieuwd welke mix tussen klassieke- en lichte muziek ze voor ons bedacht hadden.
Als speciale gast werd Brabants' beroemdste saxofonist aangekondigd: Bertus Borgers.
Ja; die ene, die man die als geen ander het scheurend koper van de sax kon voegen naar het moeizaam kreunende keelgeluid van Herman Brood.
Bertus Borgers waar ik altijd als vanzelf dat lickje achteraan hoor en dan het zinnetje:
"You make me feel like I've drawn a losers card...."
Ik schreeuwde nog in stilte: "Dit doe je niet, nee! Doe het niet!"
Maar daar was dat lickje en dan het zinnetje, dus ik heb het laten komen zoals het kwam.
Het was zo vreemd. Die muziek op het plein voor het theater. Dat theater waar ik ooit collega's was met Joost. Diezelfde Joost die me zoveel jaar eerder voor het eerst liet zien hoe je kunt toveren met spotlights, theaterdoek en zetstukken. Joost die mij verliefd liet worden op de eeuwige, zachte schimmelgeur waar elk goed theater van doortrokken is. Dezelfde Joost die er niet meer is, die eenzelfde stap nam als Herman om er maar niet meer te hoeven zijn.
Ik stond daar en ik zag ze samen glimlachen naar mij. Nog heel even voelde ik me verbroederd, want eigenlijk ben ik ook gestopt, als het ware.
Maar ik ga verder, opnieuw verder. Daar waar ik steeds bang was om mijn oude leven als een last mee te moeten torsen, weet ik sinds deze week dat het avontuur wat ik jarenlang beleefd heb misschien wel mijn grootste schat is.
Ik heb geglimlacht naar hen, ze een heimelijk kushandje toegeworpen en ik dacht: "It ain't my way to quit, mom...... "
Toen ben ik door de kou en het duister naar huis gefietst. Ik heb mezelf een flink bord hete snert voorgezet en nog maar eens bedacht dat er helemaal niks mis mee is om mijn leven op mijn manier te leven.......
:)
Als je kijkt naar mijn leventje van dit moment, is dat misschien niet zo toepasselijk. Ik doe immers weinig of niks aan cultuur. Ik luister muziek vanaf CD, de radio of via Internet. Misschien is mijn smaak of voorliefde wat elitair geworden in de loop der jaren, dat zal ik niet ontkennen. Tussen de platen die ik soms al meer dan 30 jaar bezit staan artiesten als Kate Bush en U2. Wat verderop in de tijd duiken namen als Miles Davis en Keith Jarrett op.
Tegenwoordig staat hier bijna altijd Radio 4 aan. Klassiek.
Maar ooit was ik deel van de wereld die Rock'n'Roll wordt genoemd. Niet als toehoorder met een leren jas aan.
Nee, ik zat er middenin. Ik ontweek de sex, bedankte voor de drugs maar ik was elke 'saturday night' te vinden waar het allemaal gebeurde. Hoeveel kilometers asfalt bij nacht heb ik gezien, hoeveel bezwete jonge mensen die een avond beleefden alsof het de laatste van hun jonge leven zou zijn - of juist de eerste. Ik heb van ze gehouden als van mezelf, ik heb ze gehaat uit het diepst van mijn hart.
Ik was nooit allen, weleens eenzaam als we moe en bezweet op weg gingen naar een bed, ergens, om neer te storten, uit te puffen. In die donkere uren op die oeverloos saaie zee van zwart teer met witte strepen dobberden we soms als schipbreukelingen, vreemdelingen, troubadours die op weg waren om in deze of gene uithoek de rust te verstoren van mensen die hun leven ingevuld hadden met regelmaat en regels.
Degene die me leerde hoe mooi en toch betrekkelijk dit alles was noemde zichzelf een fenomeen, een Rock'n'Roll junkie. Hij zong dat hij nooit clever zou worden, toonde zich aan de wereld als een berekende idioot of als een onverhoopte filosoof. Hij zou licht blijven geven als een eternal flame...
Maar het leven is sterker dan leven zelf. een jaar of tien geleden hield het voor hem op. Ik raakte toen iets kwijt. Was het een deel van mijn jeugd? van mijzelf? van mijn opvoeding?
Of ontdekte ik eindelijk dat het geen zin heeft om je leven te vullen met doen-alsof?
In de jaren daarna heb ik ermee gevochten. Ik heb in hoeken en gaten gekeken waar ik liever niet over vertel, onder anderen de plek waar je heen moet om zelf je leven te kunnen afbreken. Ik ben er doorheen gekomen.
Gisteren heb ik uitgelegd als wie en wat, dus daar laat ik het maar bij.
Maar zaterdag jongstleden stond ik voor het Chassé theater, een plek waar ik ook een band mee heb. Daar en toen, bij het vallen van de avond, op het breekpunt tussen zaterdagmiddag en Saturday night, gebeurde er iets. Toeval bestaat niet, het was even of alles speciaal voor mij was bedacht.
Op dat podium daar in de kou stelden zich de koperblazers van het Brabants Orkest op, samen met een popband. Ik was benieuwd welke mix tussen klassieke- en lichte muziek ze voor ons bedacht hadden.
Als speciale gast werd Brabants' beroemdste saxofonist aangekondigd: Bertus Borgers.
Ja; die ene, die man die als geen ander het scheurend koper van de sax kon voegen naar het moeizaam kreunende keelgeluid van Herman Brood.
Bertus Borgers waar ik altijd als vanzelf dat lickje achteraan hoor en dan het zinnetje:
"You make me feel like I've drawn a losers card...."
Ik schreeuwde nog in stilte: "Dit doe je niet, nee! Doe het niet!"
Maar daar was dat lickje en dan het zinnetje, dus ik heb het laten komen zoals het kwam.
Het was zo vreemd. Die muziek op het plein voor het theater. Dat theater waar ik ooit collega's was met Joost. Diezelfde Joost die me zoveel jaar eerder voor het eerst liet zien hoe je kunt toveren met spotlights, theaterdoek en zetstukken. Joost die mij verliefd liet worden op de eeuwige, zachte schimmelgeur waar elk goed theater van doortrokken is. Dezelfde Joost die er niet meer is, die eenzelfde stap nam als Herman om er maar niet meer te hoeven zijn.
Ik stond daar en ik zag ze samen glimlachen naar mij. Nog heel even voelde ik me verbroederd, want eigenlijk ben ik ook gestopt, als het ware.
Maar ik ga verder, opnieuw verder. Daar waar ik steeds bang was om mijn oude leven als een last mee te moeten torsen, weet ik sinds deze week dat het avontuur wat ik jarenlang beleefd heb misschien wel mijn grootste schat is.
Ik heb geglimlacht naar hen, ze een heimelijk kushandje toegeworpen en ik dacht: "It ain't my way to quit, mom...... "
Toen ben ik door de kou en het duister naar huis gefietst. Ik heb mezelf een flink bord hete snert voorgezet en nog maar eens bedacht dat er helemaal niks mis mee is om mijn leven op mijn manier te leven.......
:)
maandag 22 november 2010
Changes
Oplettende lezers hebben het misschien al gezien of je wist het al, maar ooit leefde ik als jongetje. Later als man en een jaar of wat geleden kwam ik erachter dat ik dat niet kon. Ik weet niet hoe het zit, volgens sommige geleerden zitten er verschillen tussen hersens van jongetjes en meisjes en dan zou ik meisjeshersens hebben.
Om het heel plat te zeggen: "Tussen mijn oren ben ik een wijf".
Of dat het enige is waardoor ik me zo onprettig, later ongelukkig en uiteindelijk doodziek ben gaan voelen in het leven wat ik probeerde te leiden als man, weet eigenlijk niemand. Onderzoek is nog volop gaanden, maar omdat er in verhouding heel weinig mensen zijn met hetzelfde ongenoegen als ik, is er voor de geleerden niet veel onderzoeksmateriaal voorhanden, dus het gaat nog een poos duren eer ze kunnen verklaren wat er allemaal een rol speelt in deze wonderlijke toestand.
Omdat ik besloten heb om niet meer te doen aan 'stel dat' en ook niet meer aan 'wat als' ga ik zo min mogelijk speculeren. Hier en nu is wat ik heb.
Daarbij heb ik ook het geluk gehad om eens dieper in de wereld van Esoterie te kijken en meteen ook wat meer in contact te komen met ziekten waar je niet tegenop kunt.
Tegenwoordig is mijn God het leven zelf en daarbinnen kom ik al zoveel bovennatuurlijke toestanden tegen dat ik me afvraag waar lieden die in 'iets ergens boven' geloven nou toch voor proberen te vluchten?
Maar dat is niet mijn punt. Ik begon iets te vertellen over verandering. Mensen die mij al heel lang kennen vinden dat ik veranderd ben, dat ik een grote stap genomen heb. Misschien vinden ze dat ik gek ben, of zielig of juist heel dapper.
Ik vind zelf dat ik alleen maar datgene doe wat nodig is om het beste van mijn leven te maken. Diep van binnen ben ik niet veranderd. Wat ik zie als ik alles loslaat en mezelf bekijk, zie ik Mijzelf. Als ik alle eigenschappen samen vat tot één begrip, noem ik mezelf Levenslustig.
Ik hou van het leven.
De keuze die ik een paar jaar geleden voor me zag was sterven of opnieuw gaan leven. Opnieuw, want heel veel van de dingen die ik als jongen en als man deed, zijn na-aperij. Er was niet heel veel eigen aan wat ik deed en hoe ik leefde. Ik probeerde te zijn als de mannen om me heen en deed hen na.
Nu ben ik dat allemaal opnieuw aan het beschouwen. Soms raak ik helemaal de kluts kwijt, maar ik kom er helemaal doorheen.
Ik noem het geen veranderen, ik noem het verwerkelijken. Sinds een paar jaar ben ik bezig te worden zoals ik me werkelijk voel. Dat is niet het leukste wat je als volwassen mens kunt doen. Het doet soms meer pijn dan ik kan beschrijven, maar achter elke donkere dag schijnt de zon iets helderder als voorheen en zolang ik eerlijk ben tegen mezelf en vertrouw op mijn levenszin is het heel goed vol te houden.
Ik probeer momenteel te leven met de dag. De weg duurt nog minstens drie jaar en daar probeer ik niet te veel aan te denken, want dat is nog behoorlijk lang. Toch kan ik het niet laten om me stilletjes af te vragen of de levenslustige IK die in me zit uiteindelijk net zo krachtig en helder aan de oppervlakte komt.
Ik hoop het voor jullie, want ik ben in werkelijkheid een heel fijn mens.
Boelveel liefs.
Carine XX
Om het heel plat te zeggen: "Tussen mijn oren ben ik een wijf".
Of dat het enige is waardoor ik me zo onprettig, later ongelukkig en uiteindelijk doodziek ben gaan voelen in het leven wat ik probeerde te leiden als man, weet eigenlijk niemand. Onderzoek is nog volop gaanden, maar omdat er in verhouding heel weinig mensen zijn met hetzelfde ongenoegen als ik, is er voor de geleerden niet veel onderzoeksmateriaal voorhanden, dus het gaat nog een poos duren eer ze kunnen verklaren wat er allemaal een rol speelt in deze wonderlijke toestand.
Omdat ik besloten heb om niet meer te doen aan 'stel dat' en ook niet meer aan 'wat als' ga ik zo min mogelijk speculeren. Hier en nu is wat ik heb.
Daarbij heb ik ook het geluk gehad om eens dieper in de wereld van Esoterie te kijken en meteen ook wat meer in contact te komen met ziekten waar je niet tegenop kunt.
Tegenwoordig is mijn God het leven zelf en daarbinnen kom ik al zoveel bovennatuurlijke toestanden tegen dat ik me afvraag waar lieden die in 'iets ergens boven' geloven nou toch voor proberen te vluchten?
Maar dat is niet mijn punt. Ik begon iets te vertellen over verandering. Mensen die mij al heel lang kennen vinden dat ik veranderd ben, dat ik een grote stap genomen heb. Misschien vinden ze dat ik gek ben, of zielig of juist heel dapper.
Ik vind zelf dat ik alleen maar datgene doe wat nodig is om het beste van mijn leven te maken. Diep van binnen ben ik niet veranderd. Wat ik zie als ik alles loslaat en mezelf bekijk, zie ik Mijzelf. Als ik alle eigenschappen samen vat tot één begrip, noem ik mezelf Levenslustig.
Ik hou van het leven.
De keuze die ik een paar jaar geleden voor me zag was sterven of opnieuw gaan leven. Opnieuw, want heel veel van de dingen die ik als jongen en als man deed, zijn na-aperij. Er was niet heel veel eigen aan wat ik deed en hoe ik leefde. Ik probeerde te zijn als de mannen om me heen en deed hen na.
Nu ben ik dat allemaal opnieuw aan het beschouwen. Soms raak ik helemaal de kluts kwijt, maar ik kom er helemaal doorheen.
Ik noem het geen veranderen, ik noem het verwerkelijken. Sinds een paar jaar ben ik bezig te worden zoals ik me werkelijk voel. Dat is niet het leukste wat je als volwassen mens kunt doen. Het doet soms meer pijn dan ik kan beschrijven, maar achter elke donkere dag schijnt de zon iets helderder als voorheen en zolang ik eerlijk ben tegen mezelf en vertrouw op mijn levenszin is het heel goed vol te houden.
Ik probeer momenteel te leven met de dag. De weg duurt nog minstens drie jaar en daar probeer ik niet te veel aan te denken, want dat is nog behoorlijk lang. Toch kan ik het niet laten om me stilletjes af te vragen of de levenslustige IK die in me zit uiteindelijk net zo krachtig en helder aan de oppervlakte komt.
Ik hoop het voor jullie, want ik ben in werkelijkheid een heel fijn mens.
Boelveel liefs.
Carine XX
Abonneren op:
Reacties (Atom)