dinsdag 23 november 2010

still believe

Zaterdag 20 november 2010 heb ik, samen met heel veel andere mensen, geschreeuwd om cultuur.
Als je kijkt naar mijn leventje van dit moment, is dat misschien niet zo toepasselijk. Ik doe immers weinig of niks aan cultuur. Ik luister muziek vanaf CD, de radio of via Internet. Misschien is mijn smaak of voorliefde wat elitair geworden in de loop der jaren, dat zal ik niet ontkennen. Tussen de platen die ik soms al meer dan 30 jaar bezit staan artiesten als Kate Bush en U2. Wat verderop in de tijd duiken namen als Miles Davis en Keith Jarrett op.
Tegenwoordig staat hier bijna altijd Radio 4 aan. Klassiek.

Maar ooit was ik deel van de wereld die Rock'n'Roll wordt genoemd. Niet als toehoorder met een leren jas aan.
Nee, ik zat er middenin. Ik ontweek de sex, bedankte voor de drugs maar ik was elke 'saturday night' te vinden waar het allemaal gebeurde. Hoeveel kilometers asfalt bij nacht heb ik gezien, hoeveel bezwete jonge mensen die een avond beleefden alsof het de laatste van hun jonge leven zou zijn - of juist de eerste. Ik heb van ze gehouden als van mezelf, ik heb ze gehaat uit het diepst van mijn hart.

Ik was nooit allen, weleens eenzaam als we moe en bezweet op weg gingen naar een bed, ergens, om neer te storten, uit te puffen. In die donkere uren op die oeverloos saaie zee van zwart teer met witte strepen dobberden we soms als schipbreukelingen, vreemdelingen, troubadours die op weg waren om in deze of gene uithoek de rust te verstoren van mensen die hun leven ingevuld hadden met regelmaat en regels.

Degene die me leerde hoe mooi en toch betrekkelijk dit alles was noemde zichzelf een fenomeen, een Rock'n'Roll junkie. Hij zong dat hij nooit clever zou worden, toonde zich aan de wereld als een berekende idioot of als een onverhoopte filosoof. Hij zou licht blijven geven als een eternal flame...

Maar het leven is sterker dan leven zelf. een jaar of tien geleden hield het voor hem op. Ik raakte toen iets kwijt. Was het een deel van mijn jeugd? van mijzelf? van mijn opvoeding?
Of ontdekte ik eindelijk dat het geen zin heeft om je leven te vullen met doen-alsof?

In de jaren daarna heb ik ermee gevochten. Ik heb in hoeken en gaten gekeken waar ik liever niet over vertel, onder anderen de plek waar je heen moet om zelf je leven te kunnen afbreken. Ik ben er doorheen gekomen.
Gisteren heb ik uitgelegd als wie en wat, dus daar laat ik het maar bij.

Maar zaterdag jongstleden stond ik voor het Chassé theater, een plek waar ik ook een band mee heb. Daar en toen, bij het vallen van de avond, op het breekpunt tussen zaterdagmiddag en Saturday night, gebeurde er iets. Toeval bestaat niet, het was even of alles speciaal voor mij was bedacht.

Op dat podium daar in de kou stelden zich de koperblazers van het Brabants Orkest op, samen met een popband. Ik was benieuwd welke mix tussen klassieke- en lichte muziek ze voor ons bedacht hadden.
Als speciale gast werd Brabants' beroemdste saxofonist aangekondigd: Bertus Borgers.
Ja; die ene, die man die als geen ander het scheurend koper van de sax kon voegen naar het moeizaam kreunende keelgeluid van Herman Brood.
Bertus Borgers waar ik altijd als vanzelf dat lickje achteraan hoor en dan het zinnetje:
"You make me feel like I've drawn a losers card...."

Ik schreeuwde nog in stilte: "Dit doe je niet, nee! Doe het niet!"
Maar daar was dat lickje en dan het zinnetje, dus ik heb het laten komen zoals het kwam.

Het was zo vreemd. Die muziek op het plein voor het theater. Dat theater waar ik ooit collega's was met Joost. Diezelfde Joost die me zoveel jaar eerder voor het eerst liet zien hoe je kunt toveren met spotlights, theaterdoek en zetstukken. Joost die mij verliefd liet worden op de eeuwige, zachte schimmelgeur waar elk goed theater van doortrokken is. Dezelfde Joost die er niet meer is, die eenzelfde stap nam als Herman om er maar niet meer te hoeven zijn.

Ik stond daar en ik zag ze samen glimlachen naar mij. Nog heel even voelde ik me verbroederd, want eigenlijk ben ik ook gestopt, als het ware.
Maar ik ga verder, opnieuw verder. Daar waar ik steeds bang was om mijn oude leven als een last mee te moeten torsen, weet ik sinds deze week dat het avontuur wat ik jarenlang beleefd heb misschien wel mijn grootste schat is.
Ik heb geglimlacht naar hen, ze een heimelijk kushandje toegeworpen en ik dacht: "It ain't my way to quit, mom......  "

Toen ben ik door de kou en het duister naar huis gefietst. Ik heb mezelf een flink bord hete snert voorgezet en nog maar eens bedacht dat er helemaal niks mis mee is om mijn leven op mijn manier te leven.......

:)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten