vrijdag 10 juni 2011

Tandarts

Vandaag ben ik voor het eerst in twintig jaar naar de tandarts geweest. De keer daarvoor was het ruim tien jaar geleden. Allebei de vorige keren zijn er twee kiezen getrokken omdat daar een ontsteking onder zat.
Vandaag zijn de resten van nog eens twee kiezen weggehaald. Een derde kies is gevuld, dus er is nog hoop.

Ik was best bang toen ik daar in die stoel lag. Ik herinnerde me van de vorige keren namelijk niet zulke heel prettige dingen. Veel pijn tijdens de behandeling en daarna nog veel meer. Eigenlijk heel vreemd om zo bang te zijn voor iets of iemand die je helemaal geen kwaad wil doen, iemand die weet dat hij je pijn zal doen en daarom er juist op zal letten dat het niet erger wordt dan nodig.

Toch lag ik te rillen van pure angst, wist ik helemaal niet waar ik aan moest denken en ik moest erg mijn best doen om niet toe te geven aan de sterke drang om weg te vluchten.
ik lag daar als een dapper klein kind heel stilletjes te wachten op de dingen die komen gingen. Blijkbaar ben ik toch beter in staat om mensen te vertrouwen dan ik zelf dacht, want het lukte me erg goed om de behandeling gewoon te laten gebeuren. Twee wildvreemde mensen die in een zekere harmonie en vol concentatie in mijn mond aan het peuteren waren, de één met metalen werktuigen waarmee je mensen wreed kunt verwonden, met gedoseerde kracht trekkend en wurmend aan iets in mijn kaak en ik vond het goed.
Naarmate ik duidelijker merkte hoe beheerst de tandarts zijn werk deed, werd ik zelfs een beetje blij met het gebeuren, want per slot van rekening hoort het allemaal bij de Grote Ingreep die me over een paar maanden te wachten staat.

Erna was heel vreemd, raar, onwennig maar minder ernstig, pijnlijk en naar dan waar ik me op had voorbereid. Tussen de middag had ik veel trek, ik heb vier witte broodjes met eiersalade gegeten (Voor grof meergranenbrood met van die harde kaas erop vond ik het niet helemaal de gelegenheid) en zelfs twee koppen koffie erbij.

eigenlijk heb ik de hele middag niks gedaan. Lekker in mijn enorme fauteuil gehangen, muziek geluisterd, krantjes gelezen en een paar keer in slaap gevallen. Om kwart over vier had ik alweer flinke trek dus om kwart voor vijf zat ik al aan de rodiebietenstamppot met appelmoes, en het was heerlijk!

Om halfzes had ik onverwacht een computermeubeltje op marktplaats gekocht, om halfacht werd dat bij mij thuis bezorgd en om halftien had ik het al helemaal aangepast aan mijn computer set-up, het geïmproviseerde Ikea opbergrek met ad-hoc werkblad gedemonteerd en opgeborgen, daarna heb ik de computer opgestart, thee gezet, een droge cracker gegeten en ik ben gaan bloggen.

Het valt dus echt heel erg mee.

Morgen ga ik weer vol goede moed verder met het veroveren van de wereld!!!

donderdag 9 juni 2011

Ervaringsdeskundige

Als je geen geld meer hebt om je rekeningen te kunnen betalen en als je geen huis meer hebt om in te wonen, ben je dakloos. Dakloos zijn en zwerven is niet per definitie hetzelfde. Ik ben zelf een poosje dakloos geweest, maar ik heb niet hoeven zweven.
Het was een boeiende ervaring, volgens de wetten der logica kon het gewoon niet anders. Ik was op het moment dat het ging gebeuren als de dood dat ik daadwerkelijk 'zonder vaste woon- of verblijfplaats' op straat zou belanden, maar het was dus niet zo. Ik kwam terecht in een opvanghuis en daar heb ik bijna een half jaar gewoond. Dat is lang, maar ik had niet de energie om daar eerder weg te kunnen gaan.

Ik kan eerlijk gezegd niet aan die tijd terugdenken zonder dat ik een brok in mijn keel krijg en tranen in mijn ogen. Twee jaar geleden rond deze tijd, was ik druk bezig het huis waarin ik toen woonde leeg te maken, want per 1 juli was dat huis verkocht. Op zich was ik blij dat ik van het huis af was. De hypotheek hing als een steen om mijn nek en mijn ex-partner heeft, ook al was ze mede eigenaar van het huis, nooit werkelijk geprobeerd om deze last voor mij te verlichten.

Het is heel onwerkelijk om een manier van leven die je niet meer aan kan eindelijk te kunnen beëindigen, maar daar helemaal niets voor in de plaats te krijgen. Leegte, niets, een zwart gat. Gelukkig kon ik terecht in de opvang.
Toen ik daar kwam was ik moe, bijna uitgeput en ik was opgelucht dat ik me tijdelijk niet meer hoefde te bekommeren om de dagelijkse dingen, met name hoe ik die in hemelsnaam zou moeten betalen.
Toch was het zeker geen paradijs. Het was een plek om mezelf bij elkaar te rapen en om me te laten overrompelen door het besef dat ik alles verloren was, niet in de laatste plaats mijn waardigheid.

Ik kan er lang en uitgebreid over praten, maar dat doe ik nu niet in één keer. Het komt vast nog wel eens bij beetjes in mijn blog te staan.

Waar ik het nu over wil hebben is vandaag. Ik kwam namelijk een poosje geleden één van de leidinggevenden van de opvang tegen en door die persoon werd ik gevraagd om aan een projectgroep te komen vertellen over mijn ervaringen als voormalig bewoner van de opvang. Dat heb ik dus vandaag mogen doen. De bijeenkomst was dáár, in dat huis waar ik zoveel dagen vol verdriet en vertwijfeling heb gekend. Het was heel vreemd om die weg daarheen weer te fietsen, om de herinnering aan die keren dat ik die weg gefietst heb nog eens te beleven, maar tegelijkertijd heel intens te ervaren hoe ontzettend veel beter het nu met me gaat. Ik fietste dwars door de stad en ik was opeens hartstikke verliefd op het leven.

De bijeenkomst was boeiend, spannend en toch erg leuk. De mensen waren nieuwsgierig en open. Ze stelden oprecht belang in mijn ervaringen en de ideeën die ik heb. Ze lieten merken dat ze respect hebben voor mij, hoe ik leef en wat ik doe om mezelf staande te houden en te groeien. een heel warme ervaring.

Na afloop bleef ik nog even praten met degene die me gevraagd had voor deze bijeenkomst. Een ontspannen babbeltje in de zon, net niet in de schaduw van een grote, gemoedelijk ruisende boom. Ik weet niet meer precies wat we gezegd hebben, maar tussen de regels door voelt het alsof ik nadrukkelijk ben uitgenodigd om toch vooral deel te nemen aan het leven.

Een uitnodiging waar ik van harte op in zal gaan......

dinsdag 7 juni 2011

Ladies of Jazz

Jazz kan ook ongelofelijk lekker mooi en fijn zijn om naar te luisteren. Er zijn ook zoveel soorten, stijlen en moods in Jazz. Vandaag ben ik zo'n beetje aan het easy-listenen, en dat heeft dan toevallig niks met wijlen Willem Duys te maken.

Op dit moment deel ik de ruimte met Diana Krall en haar combo. Eerder op de dag had ik die ene dame uit Amsterdam in de luidsprekers. Zij is strikt genomen geen Jazz-singer, maar ze kan wel heel easy zijn om naar te listenen.
De cd die ik draaide heb ik van haar zelf gekregen. Niet helemaal persoonlijk in mijn handjes gestopt, zo is ze ook weer. Ik kreeg hem van één van haar, vreselijk aardige, bandleden. ik mocht namelijk een stuk of wat optredens van haar technisch mede ondersteunen. Blijkbaar had iemand gemeend of gehoopt dat het tussen de vriendelijke, geduldige, meegaande ik en deze Diva met haar sterke wil, beperkt geduld en perfectionistische inborst, zou klikken. Als dat was gebeurd, zou ik nu nog een illustere naam op mijn CV hebben kunnen zetten.

Terwijl ik naar haar muziek luisterde vandaag, dacht ik met een glimlach terug aan die flard in de tijd die ik in haar crew heb doorgebracht en ik bedacht me dat ik het waarschijnlijk best had gekund, gewoon op karakter, maar toch kreeg ik het niet voor elkaar. Op dat moment dacht ik dat ik mezelf nooit waar zou kunnen maken. Ik voelde me onzeker, bang zelfs tussen deze musici die allemaal op hoog niveau musiceerden, een enkeling gaf zelfs les aan het Conservatorium en ik kan geen noot lezen, geen Do van een Re onderscheiden en ik dacht dat ik daarom nooit met hen mee zou kunnen komen.

Destijds stond ik er eigenlijk nooit bij stil dat voor heel veel musici een regeltafel voor geluid een heel geheimzinnig instrument is, dat deze mensen diep respect kunnen hebben voor de technicus die zelfverzekerd en doelbewust aan de knoppen draait, luistert, afweegt en hier een daar nog een tikje dof en een randje scherp bijregelt om uiteindelijk een zaal vol luisteraars tevreden te doen glimlachen.
(Het lukt niet altijd, hoorde ik vandaag nog op de radio)

Misschien werd ik gerekend tot de beteren. Ik was zelf in elk geval altijd kritisch genoeg op mezelf en het is zelfs weleens gebeurd dat ik blij werd van mijn eigen sound. Ik durf nu ook wel te zeggen dat degenen die mij kennelijk aan haar wilden koppelen, die kwaliteit ook zagen.
En toch dacht ik dat ik het niet zou kunnen.

Eerlijk gezegd speelde er iets heel anders, maar dat wilde ik niet weten. Deze zangeres was een icoon onder homoseksuele vrouwen. Ze is namelijk zelf lesbisch en ze is daar altijd eerlijk voor uitgekomen. Het was me niet helemaal duidelijk, maar naar mij n gevoel was zij een expert als het ging om 'een andere geaardheid'.

Diep in mijn hart wist ik me geen raad omdat ik ook 'anders' was, maar nog lang niet zover dat ik ervoor uit kon komen. Ik was als de dood dat die vrouw mij zou betrappen, mijn geheim zou onthullen en dan zou ik me echt geen raad hebben geweten.

Ik kon het gewoon niet.

Maar ik luister nog steeds heel graag naar die CD, ik bewaar 'm met liefde en ik ben helemaal niet bang meer voor de Diva die ik graag hoor zingen.

... Of gewoon gek?

Vanavond was in het Alzheimercafé een Psycholoog te gast. Ik vind Psychologen boeiende mensen, vanwege hun kennis maar ook vanwege hun manier van zijn. Tenminste, zover ik Psychologen ken.

Ik merk dat ik heel graag meer wil weten over het reilen en zeilen tussen 's mensen oren. Niet alleen als de dingen niet helemaal lopen zoals het het merendeel van de mensen gaat, maar ook als alles 'normaal' gaat.
Tot nu toe heb ik begrepen dat je eigenlijk op twee manieren naar het mentaal functioneren van de mens kunt kijken. Aan de ene kant kun je bekijken wat er allemaal gebeurt binnenin de schedel en aan de andere kant kun je observeren hoe iemand in het leven staat. Meestal bekijkt de toegewijde geleerde allebei de gebieden, want het één maakt het andere.

Momenteel ben ik vooral bezig met mensen waarmee het niet zo goed gaat. Ik kom er om een hele vreemde reden, sinds een paar jaar best veel mensen tegen die helemaal niet lekker in hun vel zitten. Het gaat niet om vreemd gedrag, heb ik al geleerd, maar wat belangrijk is, is hoe iemand zich voelt, of hoe de geleerden het noemen: Hoe ervaart de persoon zijn of haar kwaliteit van leven.

De verleiding is soms groot om zomaar iemands beste vriend te worden, maar kan ik dat waarmaken?
Bij de één zal dat makkelijker zijn dan bij de ander, denk ik. Het hangt er mede vanaf waar iemand mee worstelt, maar het is ook een kwestie van vertrouwen.
Dat laatste is voor mij erg moeilijk. Ik kan mensen wel vertrouwen, maar dan 'onder voorbehoud'. Eigenlijk vertrouw ik niemand dus ècht. Dat is een deel van mijn probleem.

Waar ik aan lijd, staat namelijk te boek als 'een extreme persoonlijkheidsstoornis'. Heel bot en ruw vertaald kun je ook zeggen dat ik gewoon knettergek ben. Vreemd genoeg ben ik dat pas sinds ik er openlijk voor uit kom dat ik nooit een jongen of een man ben geweest, maar dat ik me altijd heb moeten behelpen met een mannelijk lijf. Voor die tijd was ik misschien een beetje vreemd, maar ach, daar hebbe immers heel veel mensen last van, dus eigenlijk is dat best normaal.

Maar het grootste wonder vind ik wel, dat ik hoogst waarschijnlijk binnen een jaar of vier definitief niet gek meer ben, en eigenlijk ook nooit geweest. Voor een deel komt dat doordat mijn lichaam wordt aangepast aan mijn 'innerlijke zelfbeleving' en verder komt het doordat de geleerden het er bijna over eens zijn, dat iemand die in het verkeerde lichaam zit, eigenlijk niet gek is.

Dat vind ik best raar, eigenlijk. Want ik ging er wel heel erg onder gebukt. Mijn leven was gewoon sh*t. En om er vanaf te komen is ook helemaal niet leuk. Het is gewoon keihard werken en letterlijk oppassen dat je niet 'van het padje' raakt.
Hoe normaal is het om in de spiegel naar iemand te kijken die je lelijk en vies vindt? Hoe gezond kun je het vinden om jezelf te haten omdat je voor je uiterlijk heel normaal doet?
En er hoeven maar een paar mensen te zijn die niet willen zien dat het verschil tussen mezelf dieper gaat dan kleding en make-up, om heel achterdochtig te worden, om een steeds groter voorbehoud te plaatsen bij 'vertrouwen'.

En toch ben ik niet gek.
Ik ben gewoon moeilijk uit te leggen.
Of helpt het wat ik nu geschreven heb?
Misschien juist niet, maar als je er nu niet veel meer van snapt, begrijp je tenminste een beetje hoe het voelt om Carine te zijn, maar een Jongen te heten.

Hopelijk helpt het mij in elk geval om al die anderen die het op een onbegrijpelijke manier moeilijk hebben, beter te begrijpen.
Daar vertrouw ik dan wel weer onvoorwaardelijk op.

Noem het een oefening.

Ik hou van jullie. XX

zondag 5 juni 2011

Wat zal ik vandaag weer eens vertellen

Misschien kan ik zomaar wat zeuren over mezelf. Proberen te beschrijven wat erbij komt kijken om van 't een naar 't ander te veranderen. In het kort vertellen waarom ik een hele tijd niet begrepen heb waarom mensen niet begrijpen waar ik in hemelsnaam allemaal mee bezig ben.
Volgens mij kan ik dat niet in vijf minuten, maar ik ben het aan het leren.

Ik kan ook zeggen dat ik eindelijk zelf bijna begrijp waarom ik zo moeilijk te bevatten ben.

Misschien kan ik vertellen over mijn belevenissen met mijn computers. Is dat interessant?
Het begon toen mijn vader op sterven lag. Om de zinnen te verzetten heb ik me toen op 'de computer' gestort.
Hele nachten was ik in de weer met windows en DOS. Niet omdat ik ervan hield, maar gewoon omdat de materie me zo vreselijk in beslag nam dat er voor tobben en treuren weinig gelegenheid overbleef.

En nu ben ik geen computerdeskundige. Ik kan mezelf aardig redden als er problemen zijn, maar vraag me geen moeilijke toestanden, daar wil ik niet op in gaan. Het boeit me gewoon niet.
Ik heb het geprobeerd, hoor. In mijn meest wanhopige tijd had ik zelfs 11 computers in huis, Apple, Atari en een hele rits 386, 486, pentium zus en zo's, ook als laptop.
Maar het kon me niet boeien. Ik kan me niet tot in het pietluttigste detail verdiepen in die.... rommel.

Nu ben ik weer bezig met heel veel moderne snufjes. Een klein bestandsservertje om al mijn muziek te bewaren, daaraan vast een slim kastje wat die muziek afspeelt op mijn high-end stereo spullen en dan is zo'n servertje meteen handig om van alles op te bewaren en zeker te stellen. Ik frunnik het allemaal aan elkaar, maar ik doe het de 'easy way'. Ik vind wel ergens een programmaatje, download het en als ik het allemaal teveel gedoe vind om dat programaatje te laten doen wat ik wil, vind ik het opeens niet meer nodig. Maar ik vind altijd wel een programmaatje wat me bevalt. Zo ben ik dan wel weer.

De volgende stap in deze wondere digitale wereld is mijn laptop opnieuw installeren, zodat alles wat ik daar niet op hoef te hebben schoon-weg is. Dan ga ik laptop, server en desktop synchroniseren. Gewoon voor het gemak. Daarna hoef ik niet meer te zoeken want dan staan de bestanden die ik belangrijk vind altijd op allebei computers en op het servertje.

Gemak dient Kaat.

Steek ik veel geld in dit gedoe? Ik weet het niet. Ik koop nooit het laatste nieuwe. De computer die ik nu gebruik heb ik geruild voor een oude, zo goed als versleten, laptop. Tuurlijk is dit geen nieuw ding, maar voor internetten en tekstverwerken is het een prima ding. Zelfs de kinderen klagen niet. Verder is alles tweedehands, uitverkoop, aanbieding - ouwe rommel. En ik ben er blij mee. Het doet wat ik wil. Ik hoef me niet schuldig te voelen dat ik een mega-turbo toestel waar het hele gezin tegelijkertijd films op kan monteren, vette 3-d action-games kan spelen, movies in hi-res kan streamen en videoconfereren, alleen maar gebruik om een blogje te tiepen.

Een jaar of vijf geleden heb ik zelf een computer gebouwd. Stelt niks voor, in de computerwinkel vertellen ze precies hoe 't moet. In die tijd voelde ik me diep ongelukkig. Ik weet nog toen ik de hardeschijf en DVD-brander had gekocht en daarmee naar huis fietste. Ik reed met een enorme omweg en onderweg ben ik zomaar ergens afgestapt en heb ik een hele poos aan een waterkant gezeten en ik probeerde te bedenken wat op dat moment erger was: Doorfietsen naar huis, of in het water stappen en verdrinken.

Die computer is dus Leed.
Ik heb 'm nog.
Wie hem hebben wil mag hem voor een paar tientjes meenemen.
Misschien gooi ik hem wel weg.
Met zoveel pijn wil ik eigenlijk geen ander mens opzadelen.

Ik denk er nog even over na, of weet iemand iets?