Niet zo lang geleden is in Nederland een onderzoek uitgevoerd onder mensen die van geslacht veranderd zijn. De uitkomst was niet om erg vrolijk van te worden. Ik kan me de details zo niet herinneren en ik heb even geen zin om het op te zoeken.
Maar toen de uitkomst van dat onderzoek werd gepubliceerd, dacht ik dingen als: "niet iedereen heeft hieraan deelgenomen, hoor." En ik bedacht dat mensen die hun geslacht aan hebben laten passen en daarna een succesvol leven zijn gaan leiden, doorgaans 'onzichtbaar' worden. Je hoort immers bijna alleen maar de trieste verhalen en zelden of nooit het verhaal van mensen die gewoon tevreden zijn.
Toch loop ik er nu zelf tegenaan. Ik dreig vast te lopen. Volgens mij is het vooral een gevolg van jarenlang, eigenlijk een heel leven, 'doen alsof', en dan vooral pretenderen dat je iets bent wat je zelf niet eens wil kennen. Diep in mijn hart vond ik mezelf vies en lelijk. Dat gevoel was zo permanent aanwezig dat ik het zelf niet eens merkte. Het was er gewoon, net als de lucht die je inademt en het water wat je drinkt. Ik merkte pas hoe het mijn leven beïnvloedde toen het een keer wegviel, samen met 'dat ding' waar ik mijn plas mee deed.
Maar dat gevoel van vies & lelijk heeft blijkbaar z'n sporen nagelaten. Ik kan het niet precies benoemen. Misschien is het nu zo moeilijk omdat het gevoel van mooi en trots er (nog) niet voor in de plaats is gekomen, want de twijfel en onmacht willen maar niet weg.
Ik weet nog steeds niet hoe ik mezelf mag laten zien. Als het nodig is om grenzen te stellen of knopen door te hakken. Als het nodig is om anderen te laten weten wat ik kan en wat ik wil, snap ik stomweg niet waar het over gaat (leg aan een goudvis uit hoe je de vierdaagse loopt). Mijn virtuele mond loopt vol met tanden en de vraag die gesteld was, klinkt alsof hij gesteld werd in Oud-Gotisch.
Schiet mij maar lek, ik kan er niks mee. En hoe harder ik probeer te begrijpen wat ik zou kunnen doen, hoe harder ik weg wil rennen en huilend onder de grond kruipen.
Het is alsof ik op de school des levens het semester 'Het vormen van de Ruggengraat' volkomen gemist heb.
Natuurlijk wil ik dat stuk heel graag inhalen. Dat ik ooit als vrouw moest gaan leven wist ik al in mijn kleutertijd. Hoe er van mijn mannenlijf iets vrouwelijks gemaakt zou gaan worden, wist ik al op mijn elfde.
Maar hoe ik zo mooi en sterk en vol levenskracht kunt worden als Eliza die met haar kindje over de ijsschotsen naar haar vrijheid vlucht, of als Grietje die heel listig de Heks overwint, en zo zichzelf en haar broertje verlost, dat weet ik echt niet.
Voor mij is er het gevoel dat er geen enkele ijsschots bestaat die mij kan dragen, of dat Hansje samenspant met de heks om de zorgen dat ik word opgesloten in de brandende oven.
Zelfs optimistisch op mezelf inpraten werkt niet:
"Je moet erin groeien, het gaat niet van de ene op de andere dag", krijgt als tegen opmerking: "Ik ben al vijftig, dan groei je niet meer!"
"Maar we leven in een mannenwereld. Mannen hoeven alleen maar vrienden te verzamelen om iets te bereiken, vrouwen moeten voortdurend vijanden overwinnen om verder te komen. Je was gewend om als man te mogen bestaan, nu merk je wat het verschil tussen de seksen werkelijk inhoudt."
Zijn alle vrouwen die succes hebben ook hun eigen vijand? Hebben mannen het dan nooit enorm moeilijk?
Schrijf het van je af, zeggen ze. Mopper het eruit, zeg ik zelf wel eens. Morgen schijnt de zon weer en anders volgende week welk ergens.
Of de zeven jaren die het duurt om psychisch en sociaal m'n draai te vinden in mijn leven als vrouw?
Maar het blijft soms best moeilijk....