zoals ik het nu beleef ben ik volop aan het ontdekken dat ik echt besta. Een leven lang was ik iemand die er eigenlijk niet was.
De dingen die ik deed waren altijd andermans werk wat ik per ongeluk had overgenomen.
(dat klinkt eigenlijk wel een beetje ingewikkeld... )
In elk geval is het steeds zo geweest dat alles wat anderen van mij schenen te verwachten of te verlangen, weinig of niks van doen hadden met mijn eigen aanleg en interresse.
Het was gewoon mijn bestemming om niet te passen, nergens bij te passen, overal voor op te passen.
Het was mijn lot om bang en eenzaam te zijn.
Niet zo lang geleden reed ik over mijn geboortedorp,
benieuwd wat er van de mensen en dingen uit mijn kindertijd geworden is.
Ik heb door het dorp gefiets en ik ben er omheen gefietst. Aan de westkant ben ik gestopt en ik heb het nederige profiel van het decor waarin ik de eerste helft van mijn leven heb gesleten geobserveerd.
Ik werd er wanhopig verdrietig van.
Blijkbaar heb ik mezelf altijd diep verdoofd, anders zou ik al ver voor mijn vijftiende levensjaar voor het sneue boemeltreintje gesprongen zijn, wat elke middag met een hoop kabaal het dorpje doorkruiste.
Ik leefde niet, maar dat wilde ik ook niet. Ik ben daar vreselijk eenzaam geweest. Het begrip 'gelukkig' begin ik nu te begrijpen. Daardoor besef ik pas sinds kort hoe ongelukkig ik als kind ben geweest.
Ik denk dat het een opstapeling is van de verschillen tussen mij en dat dorp. Als gemiddeld begaafd dorpskinkeltje met weinig gevoel voor schoonheid kun je daar een prettig, ambitieloos, leven leiden. Als hoogbegaafd trans-kind met een zucht naar kunst, cultuur en schoonheid, vergt het ongelofelijk veel kracht om in zo'n omgeving te leven.
Daarom heb ik nu toegegeven aan de doodswens die spontaan de kop opstak toen ik daar op de spoordijk naar het decor van mijn afschuwelijke jeugd stond te kijken. Ik ben naar 'de sluis' gefietst. Daar heb ik me ingebeeld hoe ik het jongetje-wat-ik-nooit-was in de rivier heb gesmeten met een paar zware basaltkeien er bovenop. Ik deed het met liefde. Zo'n kind kun je niet laten leven. Met dat verdriet, die eenzaamheid, zo veel onbegrip en zo weinig vreugde moet je de knoop gewoon doorhakken.
Dat onuitsprekelijke leed uit mijn kindertijd heb ik verzopen. Beter in de Amer dan in het cafe.
Misschien had ik liever dat dorp laten verdwijnen, maar daar is iets meer voor nodig dan een paar basaltkeien.
Schoenen die steeds dezelfde blaren openschuren gooi je weg. Een plaats die steeds dezelfde zielenpijn oproept,
moet je laten verdwijnen.
Terwijl ik dit schrijf, rijdt er een stoet oude auto's langs mijn huis. Grote auto's, met veel Co2 uitstoot.
Doe nog maar een rondje, jongens!
Leve de overstroming!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten