Vandaag ben ik naar Bunnik geweest, naar het kantoor van Alzheimer Nederland.
Ik werk nu alweer een jaar als vrijwilliger bij het Alzheimercafé in Breda. Ik doe daar geen indrukwekkende dingen, ik zorg gewoon dat de spreker(s) te verstaan zijn. Volgens mij gaat dat erg goed, want er zijn hoegenaamd geen klachten, zelfs niet dat het geluid te hard staat.
Maar Alzheimer Nederland wil toch graag dat de vrijwilligers allemaal goed weten waarvoor je je werk in feite doet, dus vandaar de introductiedag en later eventueel nog cursussen.
De ziekte van Alzheimer is een vorm van Dementie. Er zijn dus meerdere soorten. (weer wat geleerd)
Ik ga hier geen on-line cursusje neertiepen. Als je meer wil weten moet je op de website van Alzheimer Nederland kijken. Zoek zelf maar via google, if you don't mind. Oud en wijs genoeg allemaal, toch?
Maar hoe dan ook, naarmate ik meer leer en ontdek over Dementie, wat het is en vooral wat het doet, niet alleen met de patiënt, maar zeker ook met de mensen er omheen, zoveel te meer vind ik dat al mijn issues, ja ál mijn issues, eigenlijk geen drol voorstellen. Ik heb tenminste hoop en volop mogelijkheden om het beste van mijn leven te maken. De verandering(en) die ik onderga, stellen eigenlijk zo weinig voor. Iemand die moet leven met een dementerende, ziet een persoon die hem of haar heel erg na staat soms veranderen in iemand om te haten of bang van te zijn.
Ik vind mezelf daarentegen steeds mooier worden (aardig en intelligent was ik allang)
Maar weer volop stof tot nadenken. Opmerkelijk wel, dat deze dag me sterkt in mijn plan om psycholoog te worden, althans; de opleiding te volgen. Vanavond, ondanks halfdood, toch een stuk of acht pagina's uit het grote, dikke digitale boek doorgenomen. Het was niet echt studeren. Daarvoor moet ik toch wat fitter zijn, maar ik merk dat het me boeit, dat ik meer, nee àlles wil weten!! Ik weet nog steeds dat ik het kan en dat het ook echt ergens toe gaat leiden.
En dan ga ik, later als ik groot ben, promoveren op de stelling dat een mens na gemiddeld 16.000 uur het besturen van een auto als onprettig begint te ervaren. Ik heb er al minstens 22.000 uur achter het stuur op zitten, dus volgende keer neem ik de trein naar Bunnik. Ik verwacht niet dat ik ooit nog plezier ga beleven aan autorijden, behalve op de achterbank met een goed boek en een fijn muziekje.
Zo. Nou ga 'k nog even gitaar pingelen, want ik heb met mezelf afgesproken dat ik elke dag moet oefenen en het is er vandaag nog niet van gekomen. Foei !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten