Ach, laat mij ook eens hier en daar een suffig woordspelinkje neer kliederen.Ik doe dat anders nooit...
Maar ik had dus een klein weekje echte, authentieke Prinsenbeekse Hangjongeren voor mijn deur. Eerst dacht ik dat het wel zou moeten kunnen, een paar van die knaapjes die kennelijk in het portiek stonden te schuilen voor het slechte weer. Zulke kinderen zijn tenslotte ook maar mensen en het is al treurig genoeg wanneer je als ongeveer veertienjarige niet gewoon bij Mamma thuis naast de verwarming mag zitten.
Mijn medeleven was wel en niet terecht, want ze bleven terugkomen om te schuilen> het is deze week behoorlijk bar geweest. Zelf als je niet beter zou weten, had je nog gedacht dat het november was.Maar wat is er dan met jongens van een jaar of veertien die op een gure doordeweekse avond, als de wereld nat een koud is, in een wildvreemd portiek samen staan te klonteren?
Het waren geen arme sloebertjes. Hun kleren waren schoon en heel en allemaal volgens de laatste mode. Ze dronken geen alcohol. Dat hadden ze ook niet kunnen kopen, want daar zijn ze nog te jong voor. Ze stonden wel te roken. Hele dure sigaretten, geen goedkope tabak van Aldi of Liddl.
Nou weet ik dat sigarettenrook soms zoetig kan ruiken. Dit rook nog wat zoeter, wat weeïger. Ik durf haast te zeggen: Als THC-damp.
Van mij mogen ze dat allemaal, hoor - al vraag ik me toch wel af of het een optimale manier is om je op een sprankelende toekomst voor te bereiden. Het punt was, dat ik het gewoon niet fijn vond om elke avond een clubje 'bengels' op amper meer dan een muurdikte van mijn vredige woonkamertje te weten. Ook het idee dat er vast mensen bestaan die erover denken om bij mij op bezoek te komen, die misschien op het laatste moment besluiten om het bezoek uit te stellen. Misschien heeft deze jeugd de schijn tegen, maar er zijn nu eenmaal mensen die simpelweg schrikken en bang worden van een groepje jonge mannetjes zo 's avonds in het portiek van een flat waar ze geen van allen wonen.
Ik heb gewikt en gewogen, diverse belangen en behoeften tegenover elkaar gezet en uiteindelijk moest ik eerlijk toegeven dat de rust in en om mijn hutje me in de loop van het afgelopen jaar zo vreselijk intens dierbaar is geworden, dat ik die niet prijs wil geven. Aan niemand, dus ook niet aan hangende jongeren. Eerst ben ik, gewapend met mijn kleine hartje en de moed der vertwijfelden, naar ze toe gegaan. Ik heb ze verzocht om direct te vertrekken en zij beloofden om dat ook -direct- te doen.
Een uur later stonden ze er nog.
Had ik al gezegd dat ik niet heel erg van spelletjes houd? De tweede keer ben ik simpelweg gaan melden dat ik verder niet aan zou dringen en er al helemaal niet over peinsde om te onderhandel: Ik heb gemeld dat ze op een plek stonden waar ze niks te zoeken hadden, waar ze hinderlijk waren en waar ze weg moesten. Mijn Plek! Ik heb ze eerlijk verteld dat ik het onderhandelen en argumenteren over ging dragen aan mensen die dat veel beter kunnen dan ik, namelijk de politie...
In een vorig leven zou ik het gruwelijk met iedereen eens geweest zijn dat het helemaal niet lief, zelfs bot en gemeen is van mij om de politie erbij te halen. Het gevolg zou zijn dat ik elke avond met strakke schoudertjes gespannen zou zitten luisteren of ze nog steeds braaf zouden staan te blowen, of dat er misschien al eens eentje in mijn voortuin zou staan te pissen. Ik zou me onzeker afvragen of het wel verstandig zou zijn om 's avonds van huis te gaan, want er zitten wel goede sloten op de terrasdeuren, maar de ramen zijn heel simpel, kwetsbaar glas.En als ik weg had durven gaan, zou ik niet onbevangen thuiskomen, want zo'n groepje jongens tegenover een vrouw alleen... Je hoort weleens van die dingen...
Dus ik dacht bij mezelf: "Die ettertjes weten heel goed dat ze hier beter niet kunnen gaan hangen. Ze konden met hun ogen dicht aan zien komen dat er iemand zou komen vertellen dat ze op moesten zouten, dus waarom zou ik die iemand niet zijn?"
In de tweede plaats heb ik al een heel leven te pas en te onpas de wensen en verlangens van anderen vóór laten gaan op die van mij. Op het laatst was ik alles kwijt, tot aan mijn ruggengraat toe.
Dus nu ben ik aan het oefenen om te kiezen voor wat ik wil, kan en mag hebben. Zonder ruggengraat krijg je dat lang niet altijd voor elkaar, dus mag je gerust hulp vragen. De politie leek me wel een aardige keus. Daan hoef ik immers geen familie, vrienden of bekenden op te zadelen met toestanden die ook heel goed verkeerd uit kunnen pakken.
Ik denk niet dat de hangjongeren waar ik last van had terug zullen komen voor wraak. Eigenlijk zaten er een paar hele aardige jongens bij. Van die types die spontaan met twee woorden spreken als je ze alleen tegenkomt. Zouden ze begrijpen dat ik niet vervelend deed om wie of wat ze zijn, maar dat ik het niet fijn vond wat ze deden.
Vast wel. En anders leg ik het nog wel eens aan ze uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten