dinsdag 12 april 2011

Running up that hill

Niet zo lang geleden had ik me voorgenomen om gewoon, pardoes helemaal in één keer naar de top van de wereld te rennen.
Valt best tegen, is hard werken. Zeker als je van héél diep moet komen en dan ook nog eens 't een en ander met je meedraagt.
Het ergste wat kan gebeuren is als je in cirkeltjes gaat lopen, als het één niet wil waardoor het ander niet kan.
Ik denk dat ik nu een beetje zit te klagen, maar volgens mij ben ik op een dood punt beland. Dipje, zal ik maar zeggen. Hevig het gevoel dat ik toch echt wel vreselijk aan vakantie toe ben, maar ook weer niet kan en durf omdat ik nog steeds niet veel bereikt heb, zelfs niet eens de middelen heb geregeld om een vakantie te kunnen plannen.

Ja, dat is zo'n cirkeltje, denk ik. Doe ik het mezelf aan, of zitten de dingen gewoon tegen? Of moet ik mezelf gewoon niet zulke vragen stellen en gewoon elke dag op tijd gaan slapen zodat ik elke ochtend vroeg klaarsta om de dag zo vers mogelijk te plukken.
Ook zorgen dat ik goed ben voor mezelf zodat het niet meer elke keer gebeurt dat ik de dag droevig en uitgeput af rond, maar moe en voldaan mijn laatste kopje thee van de dag drink, alles nog een keer overdenk om juist voor ik in slaap val vast te stellen dat ik een mooi leven heb.
Zoiets.

Vandaag is het even wat minder, minder leuk. De appels waren zuur deze week, maar ik stel vast dat ik me er toch weer aardig doorheen heb gebeten.

Morgen weer een hap. Misschien heb ik daarna helemaal geen dringende vakantie meer nodig.
De geen-dringende vakanties zijn immers de beste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten