Al heel veel jaren geleden heb ik besloten om mijn verhaal op te schrijven. Eerst was het weinig meer dan een therapeutische bezigheid, maar dan anders. Ik wilde verklaren waarom ik me zo vreselijk mislukt in het leven voelde, maar dan wel een verklaring vanuit het hoofd, niet vanuit het hart want eigenlijk wist ik altijd al wat me dwarszat.
Dus het werd niks, want alles was doodlopend gebabbel.
Later, toen ik eindelijk durfde te bekennen waarom ik geen greep had op mijn leven, ben ik opnieuw begonnen, maar toen was mijn schrijfsel pure travestie. Ik probeerde een masker te fabrieken om me lacherig achter te verschuilen en op moeilijke vragen te kunnen antwoorden dat men mijn boek maar eens moest lezen, gevoelgd door lacherige koetjes en kalfjes.
Weer later drong het tot me door dat ik eigenlijk pas echt een lekker lopend verhaal kan componeren als ik weet wat het begin is en wat het midden is en vooral waar en wanneer het eindigt.
"En ze leefde nog lang en gelukkig...", waarschijnlijk een variant daarop.
Misschien is vandaag wel de dag die ik ga beschrijven op de laatste bladzijde van mijn boek.
Zie mij zitten: Huilend achter dit computertje. Buiten vallen de bladeren van de bomen, de zon schijnt niet. Het is niet koud, maar je voelt ook geen echte aangename warmte. November is net begonnen, dus in de komende week zou Herman jarig zijn en we herdenken de sterfdag van mijn vader.....
Wat ik al heel lang vast heb staan voor mijn boek is een titel: "Ik kan wel janken, maar ik weet niet waarom".
En zo is het.
Vanavond krijg ik bezoek. Mijn buurvrouwen komen op de koffie. Ik weet dat er elke dag buurvrouwen bij elkaar op de koffie komen, maar ik neem aan dat jullie begrijpen dat dit toch wel heel speciaal is.
Ze zullen vast van alles willen weten over mij, over mijn leven. Misschien zit ik heel de avond te vertellen over mijn verleden en hoe ik dat probeer te overwinnen, maar dat is theorie.
In de praktijk wordt dit voor het eerst van mijn leven 'meiden onder elkaar - zonder meer'.
Althans, dat denk ik.
En dat is moeilijk. Zij hebben kinderen en ik ook. Maar ik heb ze niet zelf gebaard. Zij zijn verliefd, verloofd, getrouwd met hun man en ik was een leven lang bang van alles wat man is, want omdat ik mijn eigen mannenlijf zo intens verafschuwde vond ik alles wat mannelijk was... eng.
En uit het één volgde steeds het ander, vooral een leven wat te gek was voor woorden. En toch wil ik niet op zoek gaan naar mensen die het ook allemaal beleefd hebben. Ik wil loskomen van dat alles. Ik wil het leven kennen wat ik nooit gekend heb. Mezelf een 'mindset' aanmeten van huisje-boompje-beestje, net als mijn buurvrouwen. Bij de meiden spieken om hun leven na te doen en hopelijk begrijp ik dan wel wat ik doe. Man-zijn begrijp ik niet, dat weet ik heel zeker, maar ik heb me toch heel veel dingen eigen gemaakt in die tijd. Zal dat erg in de weg gaan zitten?
Ik hoop dat deze dag de laatste scene uit mijn boek wordt. Het kladje in mijn hoofd zegt iets over 'eindelijk thuiskomen' en 'berusten in de toekomst'.
Als dat zo is, zit ik vanaf morgen achter de tekstverwerker om te beschrijven hoe het is om een leven lang een leugen te zijn.
Ik zit nu weer te janken, maar ik geloof dat ik eindelijk begin te begrijpen waarom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten