Het is eindelijk voorjaar. De zon jubelt aan een strakblauwe hemel, vogels kwinkeleren zich een slag in de rondte....
Wat zou ik graag buiten zitten met mijn schrijfblok op schoot, de dingen afmaken die ik deze week nog graag af had willen maken....
Maar er hangt een nare man met zijn vrienden rond het huis. Ze noemen zich 'schilders'. Vroeger kende ik best veel schilders. Vriendelijke, kalme mensen die in alle rust en stilte hun werk deden. Met warm weer de rode zakdoek bij de hand om het zweet van hun bol te wissen. Aardige meedenkers, boordevol tips en adviezen om te zorgen dat hun verf niet aan jouw spullen zou komen.
Waren die maar hier. Nu heb ik de deuren en de ramen dicht. niet voor de verflucht, maar tegen de brullende radio en het onnodige geschreeuw der werklui.
Ik ben er deze week zelfs al twee keer voor op de vlucht geslagen en ik heb al drie keer gemeld dat ik serieus hinder ondervind van de geluidsoverlast.
En gisteren kreeg ik de wind van voren van de opperschilder, juist omdat ik op de vlucht sloeg voor het lawaai en de onrust, omdat ik niet thuis was wanneer het hem schikte.
Nu zit ik dus lijdzaam achter mijn computer. Ik probeer zomaar iets te typen. Ik heb keiharde nekspieren en rode vlekken in mijn gezicht en ik bedenk me de hele tijd dat er verderop op het dorp ook geschilderd word. Daar zie ik mannen in alle rust en stilte met de kwast in de hand hard aan het werk. Soms kijken ze op en groeten iedereen die dan toevallig langsloopt en ze glimlachen vriendelijk. Geen lawaai, geen geschreeuw. De mensen van het huis wat daar geverfd wordt, zitten ontspannen in de tuin.
De auto's van de schilders die daar bezig zijn hebben witte nummerborden.
Ik vraag me af of ik de dingen nu niet teveel idealiseer. Ik weet dat ik gevoelig ben voor geluidsoverlast, mede met dank aan een buurman van lang geleden die me ooit bedreigde met een vuurwapen toen ik mijn beklag deed bij hem over zijn waanzinnig harde muziek.
Ik weet dat ik overgevoelig ben voor bouwvakkersradio's omdat er daar heel veel van op die bouwplaats stonden waar ik ooit bijna van twintig meter hoogte, samen met een grote betonnen prefab wand naar beneden ben gevallen. Diezelfde bouwplaats waar de zoemers van de kranen meerdere malen per dag afgingen omdat ze overbelast waren. Dezelfde bouwplaats waar ik stilletjes huilend rondliep omdat ik me daar doodongelukkig voelde. Dezelfde bouwplaats die er elke ochtend als ik daar in het donker aankwam, in mijn ogen uitzag als ground zero in de eerste weken na de aanslag van 9-11.
Misschien ben ik ook wel allergisch voor al dat onnodige lawaai, omdat het hier zo vol is. Zo weinig ruimte voor iedereen. We moeten maar afwachten wie er op onze lip zit en hoe diegene zich gedraagt. Ik las pas nog dat al dat luide telefoneren, en al die muziekjes die je overal hoort, niks te maken hebben met ontspanning, maar dat 'men' tegenwoordig op die manier zijn territorium afbakent. Als ik dan mijn verkrampte nekspieren en mijn gloeiende wangen voel, vraag ik me af of ik nog wel in dit volgepropte land pas....
Op dagen als deze heb ik heimwee naar een land waar ik nog nooit geweest ben en begin ik mensen aardig te vinden die ik niet eens ken...
Polen, bijvoorbeeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten