Dit jaar, 2010, geldt voor mij als het jaar waarin ik me steeds heel erg moe heb gevoeld. Soms nog erger dan in 1983, toen ik de ziekte van pfeiffer had.
Deze moeheid is aan de hormoonkuur te danken, maar echt niet alleen daaraan. Het zit 'm ook voor een flink deel tussen de oren.
Noem het: moe van het vechten, moe van de rol die ik steeds heb gespeeld en moe van het zoeken naar plekjes en momentjes waar en wanneer ik kans zag om -heel even- mezelf te kunnen zijn.
Nu kan ik altijd en overal mezelf zijn, maar de vermoeidheid is daar niet minder door, het werd juist meer.
Een paar dagen geleden had ik de grens bereikt van wat ik nog kon verdragen. Op donderdag heb ik mijn lichaam -in tranen- gesmeekt om asjeblief op gang te komen, want ik moest een heleboel boodschappen doen, anders zou ik het weekend niets te eten in huis hebben.
Ik deed mijn boodschappen uiteindelijk alsof ik verdoofd was, alles om me heen ging aan me voorbij zonder dat ik er iets van heb gemerkt. Ik kon het niet uitstellen tot vrijdag, want die dag had ik nog een afspraak en met mijn gebrek aan energie lukt het me niet om meer dan één inspanning per dag te verrichten.
Ondanks de enorme moeheid, kon ik 's nachts niet slapen. In plaats daarvan heb ik de hele nacht met een computer zitten prutsen. Als ik iets tijdrovends met een computer ga doen, zoals nu een nieuw besturingssysteem installeren, is dat een teken dat ik me ergens heel verdrietig of ongelukkig door voel.
De basis van mijn computerkennis stamt uit de tijd dat mijn vader op sterven lag. Daarvoor ben ik altijd met een grote boog om computers heen gelopen.
Maar afgelopen donderdag voelde ik me dus blijkbaar weer ergens heel naar door. Tegen de ochtend drong tot me door waar ik mee aan het worstelen was. Ik had die dag een afspraak met iemand die ik al heel lang ken en waar ik leuke maar ook hele vervelende dingen heb beleefd.
Ik merkte dat ik bang was voor die afspraak, dat ik als de dood was om weer te moeten zijn wie of wat ik vroeger was. Ik werd me ervan bewust, dat ik niet wil dat iemand mijn oude naam gebruikt, maakt niet uit of dat per ongeluk gebeurt of expres, ik wil dat echt niet, alles in mij komt daartegen in opstand.
Ik heb de afspraak uiteindelijk afgebeld omdat ik me totaal niet in staat voelde om de deur uit te gaan.
De nacht van vrijdag op zaterdag heb ik geslapen als een roos.
Een groot deel van dit weekend heb ik besteed aan opruimen. Ik heb namelijk een leuke kast op de kop getikt die woensdag bezorgd wordt en mijn nieuwe kast heeft minder bergruimte dan de (armoedige) stelling die nu de woonkamer staat te ontsieren. Dat betekende dus onder anderen grammofonplaten en musicassetes sorteren op wat ik kwijt wil en wat (nog) niet. Muziek vanaf 1972 tot 1995 ongeveer, mijn geschiedenis over die jaren weerspiegeld in liedjes en herhaald in de emoties en herinneringen die daar onherroepelijk mee verbonden zijn.
Ik kwam weer een beetjein de sfeer van het leven wat ik had. Een leven met pieken en dalen. Een heel lévendig leven, eigenlijk. Misschien wel de moeite waard om een boek over te schrijven?
Pas de afgelopen tien jaar kwam langzaam maar zeker het besef naar boven, dat ik me in dat leven bewogen heb als iemand die moet dansen op te krappe schoenen.
Ik heb de passen lang niet allemaal mooi en goed uitgevoerd, wat wil je immers als je voeten voortduren pijn doen?
Nu is het me eindelijk gelukt om die schoenen uit te doen, om te kiezen voor wat me past, wat mijn waarheid is. Met het terugkijken op vroeger, zag ik hoe anders ik in wezen ben dan degene die dat alles heeft gedaan en beleefd. Die man-van-toen was een lappenpop, iemand die met stukjes en beetjes van alle mannen om hem/haar heen over diens ware 'ik' heen geplakt een bruikbare imitatie van 'de man' heeft verbeeld.
Nu ben ik dus bang dat mensen me die quilt van stukjes niet-ik na komen dragen, dat ze mij er opnieuw toe willen overhalen, of zelfs dwingen, om vooral weer terug te gaan naar de dagen waarin ik me onwerkelijk voelde en stap voor stap de pijn verdroeg van dat wat me niet past.
Mensen doen dat op veel manieren. Soms heel onbewust, op een manier die ik zelf niet eens meteen herken als een uitnodiging om toch maar niet (helemaal) over te steken naar mijn nieuwe leven. Soms gewoon uit pure botheid, dan heeft men 'geen zin' of vinden ze het raar of overdreven om te aanvaarden en respecteren dat ik deze weg ga. Soms is het ook klinklare pesterij, omdat men vindt dat ik 'straf' verdien voor iets wat ik wel GE daan heb, maar zeker niet MISdaan heb.
Niemand hoeft me te vragen om begrip te hebben voor lieden die, om welke reden dan ook, moeite hebben om te accepteren dat ik een vrouw ben. Ik heb mezelf al minstens honderd keer verteld dat het nou eenmaal niet erg gebruikelijk is hoe ik ben en dat mensen het daar nu eenmaal niet allemaal even makkelijk mee hebben, maar ergens houdt het op. Ik ben nu met veel moeite aan het leren dat ik in de eerste plaats rekening moet houden met mezelf. Voorlopig betaal ik die les met een afgrijselijke moeheid.
Voorbeeld van hoe mensen mij ontkennen?
Wat te denken van een transgender die mij al jaren kent, alleen maar als vrouw, heeft me nooit als man ontmoet. Deze persoon leert mijn ex kennen, wordt daar verliefd op, hoort dat mijn ex mij steeds met mijn mannennaam aanspreekt. Deze persoon adresseert mij sindsdien in de derde persoon als 'hij' en heeft zelfs een poosje geprobeerd of ik reageer als ik aangesproken word bij mijn mannennaam.
Mensen die gaan vissen naar mijn jongensnaam, helemaal als dat gebeurt onder het motto van vriendschap en vertrouwen. Of die, als ik bij ze op bezoek ben in mijn zijden blouse en mijn mooiste rok, nagels netjes gelakt en mooi opgemaakt, van me verwachten dat ik wel effe wil kijken naar de electriciteit in de schuur waar een storing in zit. "Ik ben er nou immers tóch, dus dat is een kleine moeite. Niet dan?"
Of mensen die vinden dat ik ze onvoldoende aandacht geef, die mijn carine-mail adres allang hebben en ook al een poos gebruikt hebben. Nu krijg ik opeens mailtjes van ze op mijn oude 'meneer C.' mailadres en ik zie mijn jongensnaam weer bovenaan staan. Ik had ze toch redelijk duidelijk uitgelegd dat ik niet lijd aan één of andere bevlieging, dat ik inderdaad een keuze had: Geslachtsaanpassing of voor de trein springen, maar meneer C. zou absoluut uit hun leven gaan verdwijnen.....
Misschien hadden ze niet goed geluisterd, maar ik meen toch te moeten vaststellen dat niet iedereen Carine toe wil laten in zijn of haar leven.
So be it......
(maar ik heb er toch flink om moeten huilen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten