Mijn werk was ooit iets met veel knoppen en nog veel meer mensen. Het beviel goed en ik geloof dat het ook wel bij me paste. Voor dat laatste zou ik als bewijs aan kunnen dragen dat het zo onwaarschijnlijk makkelijk was om op te klimmen van obscure (gelegenheids-)bandjes in kraakpanden naar de grootste venues met gevestigde acts in den lande.
een logische stap verder zou zijn: Het buitenland, maar ergens liep ik vast. Niet in de muziek, maar in het leven wat ik mezelf voor probeerde te liegen.
Nu kijk ik wel eens op facebook en andere webstekken naar mijn collega's uit die tijd. Toen waren we allemaal Grote Jongens die een stempel op de wereld zouden gaan drukken en we keken onze ogen uit als één van de anderen weer iets kon, deed of maakte wat weer een treetje hoger of moeilijker was. We groeiden samen op, zal ik maar zeggen.
In mijn generatie zitten nu de ouwe rotten die de hele wereld over zwerven. Ik zie ze op foto's staan in verre woestijnen, naast immense watervallen. Ik zie ze werken in 'venues' waar duizenden mensen aan publiek in passen.. Soms binnen, even vaak openlucht. Ik zie publiek in exotische kleding. Op de achtergrond staan borden, beschreven in talen die voor mij onleesbaar zijn.
Mijn generatie werkt met apparatuur waarvan ik het bestaan wel ken, maar de werking zeker niet in de vingers heb. In mijn tijd was een knop en knop die deed wat ernaast stond vermeld en een heleboel knoppen samen waren een mengtafel. Mengtafels bestaan niet meer; het zijn nu 'control surfaces' met beeldschermen en encoders. termen als 'Menu' en 'Layer' zijn het vak ingeslopen. Getrainde oren vinden steeds meer en vaker steun in verfijnde computermetingen.
Maar het gaat nog steeds om de muziek, zeg ik bij mezelf. Zou ik ze nog in kunnen halen, deze mannen waar ik op een bijzondere manier van hou -ze zijn immers van een soort waar ik me heel erg bij thuis kon voelen-.
Ik denk het wel, maar niet het hele eind. Maar tot waar dan wel, en hoe? Want uiteindelijk ben ik toch echt een vrouw en 'een wijf achter de knoppen' is heel zeldzaam.
Ik merk dat de interesse van een vrouw waar het gaat om technische toestanden, heel anders is dan die van een man. Vrouwen hebben werkelijk 'andere ogen' als het gaat om ijzer, staal en elektriek.
Dus ik kijk naar mijn collega's van toen, geniet van hun foto's en ik droom weg in de herkenning van wat ooit ook mijn wereld was. Soms heb ik heimwee, echt waar. Maar waar verlang ik nou precies naar?
Ik denk de sfeer van de tovenarij, want uiteindelijk is het magisch om een show neer te zetten. Soms zijn ze meerdere dagen in de weer om een sportarena om te toveren in een muziektheater. Honderden mensen die eensgezind de handen uit de mouwen steken, apetrots op hun eigen stuk vakbekwaamheid. Professionaliteit uit liefde. Gedereven om het meeste van je wek onzichtbaar te maken, want hoevelen in het publiek zullen ooit zien dat er vele, vele meters staal en aluminium achter het zwarte doek zitten.W ie weet hoeveel kilometers koperdraad er dagelijks 'on tour' zijn met al die bands die van hier naar daar hoppen?
Ik denk daaraan met een glimlach. Ik zie ze weer zitten in een hok wat 'catering' heet. Stilletjes geurend naar zweet en luidkeels lachend om het leven wat ze hebben gekozen. Elkaar goedmoedig grappend en grollend aansprekend op elkaars vergissingen en misverstanden. Geen gemopper, want we zullen het niet zwaarder maken dan het al is.
Ik probeer me opnieuw een plek te fantaseren tussen deze ruwe bolsters met o, zo blanke pitten. Grote, grove knuffelberen met, als het erop aan komt, behoorlijk scherpe tanden. Zou het me in één keer lukken om van die oude waar-geworden jongensdroom een vrouwen versie te kunnen maken?
De uitdaging kriebelt achter mijn navel. Ik hoor de portofoon al kraken in mijn rechteroor, al kan ik nu nog niet verstaan wie me oproept.
Zal ik gaan werken in digitalië, met beeldschermen, encoders en meetcomputers iets doen met het geluid, of loop ik rond door de venue, eindeloos lopen en praten, overlegen en organiseren, met het productieschema in de hand. Mijn enkels moe en gezwollen wanneer het publiek binnenstroomt. Even toezien, met een glimlach op mijn lippen, hoe de driftige bedrijvigheid van die dag, omslaat in gespannen concentratie, want de show gaat zo beginnen en het moet (weer) perfect zijn.
En tijdens de show? Soms is het heerlijk om op dat ene plekje te staan en het geluid te manipuleren. Fijnslijpen tot de klank helemaal mooi is. dingetjes benadrukken, niet voor mezelf, maar om het publiek een gevoel te geven dat deze avond heel erg de moeite waard was........
Maar het kan net zo mooi zijn om rond te lopen, toe te zien dat alles rondom het podium en in de venue goed gaat. Zorgen dat het publiek veilig en verzorgd is. Zijn de nooduitgangen vrij? lopen de toiletten goed door? zijn er mensen binnen die rottigheid uit willen halen? Is de brandweer wakker en staat de ambulance op zijn plek? Is er veel gedrang bij de bar? Ligt er rommel rond de bonnenautomaat? Zoveel zaken die aandacht vragen en iemand moet die aandacht eraan besteden.
Laat ik het zaallicht maar weer aansteken. Mijn tijd komt vast wel weer, want het blijft trekken. Nu zit ik thuis en daar heb ik het nu druk genoeg mee. het is tijd om te lunchen. Vanmiddag wil ik een klein blokje om, dat is voor vandaag al een Groot Avontuur. Kleine stapjes want ik ben pas ziek geweest.
Het kan vanaf nu alleen maar beter worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten