Het is nu drie weken sinds ik me heb gemeld bij het ziekenhuis. Dat was de laatste dag dat ik nog een-soort-van-man was. In deze drie weken is mijn wereld heel klein geworden. Zelfs te klein om onbevangen blij te kunnen zijn met hoe-en-wat ik nu ben.
Het was een zware tijd, er is immers flink in me gesneden en ik had geen idee hoe diep het me zou bewegen.
Allerlei gevoelens en emoties komen langs en ieder daarvan kent een eigen waarheid.
Eerst is er het ongeloof dat 'het' nu gebeurd is. De goede fee is niet gekomen, de lieve god heeft me niet persoonlijk aangeraakt, zoals ik meer dan veertig jaar geleden heb gehoopt en gebeden. Het was dokter K. die me in een paar uur tijd een ander aanzicht heeft gegeven. Ik kan nu bloot zijn zonder schaamte. Het onsmakelijke ding onderaan mijn buik is weg. Nu pas dringt duidelijk tot me door hoe vreselijk ik het vond om daarmee te moeten leven, hoe ik mijn bedgenote gehaat heb omdat zij dat ding wel kon waarderen. Vaak had ik het gevoel dat ik dat ding niet had, maar dat ik dat ding was: Vies en vormeloos
En toen ik er eenmaal vanaf was en probeerde te bedenken wat het voor me betekent, voelde ik me ... niets.
Ik was leeg. Uitgeput van iets wat ik niet begrijp, misschien nooit zal begrijpen. Ik was niet blij of verdrietig, ik voelde me weerloos en bang. Ik was heel bang dat anderen van het moment gebruik zouden maken om me weer een leven op te leggen wat voor mij een leugen zou zijn. Alles in mij verzette zich tegen de wereld om me heen. Ik zag in gedachten figuren op weg naar mijn huis die zich hierbinnen zouden dringen en mij mijn levensruimte ontnemen. Figuren die zichzelf niet kunnen redden en mij in mijn zwakte overmeesteren om mijn verworvenheden te verslinden, als sprinkhanen die het land schraalvreten.
Ze zijn gelukkig niet gekomen. Kennelijk horen dit soort lieden bij 'vroeger' en daar ben ik blij om.
Maar in mijn angst kon ik de lijfelijke verandering moeilijk accepteren. Mijn bekken verkrampte zich. Een vreselijk pijnlijke ervaring. Mijn nieuwe stukje lijf voelde niet zacht en beurs, het was hard en brandend als een haardsteen. Toen ik op internet ging zoeken of er anderen zijn die dit ooit meegemaakt hadden, herkende ik het onder de term 'vaginisme'. Wat een ironie! Nu ben ik eindelijk vrouw, maar ik durf geen vrouw te zijn....?
Zo erg is het niet. Het is weinig anders dan een kwestie van wennen, maar als je te moe bent om te denken, te moe om te 'zijn', kun je nergens aan wennen. Daarom deed ik de boel zolang op slot.
Er is veel om aan te wennen. Niet alleen lichamelijk, misschien is dat wel het minste, maar ook en vooral geestelijk.
Ik ben nu vrouw zonder voorbehoud. het is geen verkleedpartijtje meer. Dat was het nog wel, hoe serieus ook. Nu ben ik geen tweede keus meer, nu ben ik ben ik wat ik ben. Ik heb gekozen; voltooid verleden tijd.
Van die keuze heb ik geen spijt, absoluut niet. Er is nog een moment geweest waarop ik me afvroeg of ik meer dingen had moeten uitproberen toen het nog kon, maar welke dan?
De leuke kanten van het man-zijn hebben niet op kunnen wegen tegen de prettige kanten van het vrouw-zijn.
Dat geldt in elk geval voor mij. Waar ik nu het meeste moeite mee heb, is dat het zoveel pijn en moeite kost om één foutje te herstellen. Ik troost mezelf met de gedachte dat al dit ongemak eindig is, maar het is best groot ongemak: de pijn en de verzorging van 'de wond'. De momenten dat ik me afvraag of er onder de gezwollen hechtingen echt een acceptabele plasser verscholen zit zijn er heel vaak en op die momenten voel ik me grenzeloos alleen.
Geboren worden doe je alleen. Een baby krijst niet van de kou, maar van wanhoop. Wat gaat het worden en wat kan ik ermee doen? Is dit nu het leven?
Ja. Dit is alles. Dit is wat er is. Nu ik gedaan heb wat ik moest doen zonder het zelf ooit helemaal te zullen begrijpen, weet ik zeker dat er niks hogers bestaat dan het leven zelf. Degenen die geloven in dat ding wat door velen 'God' genoemd wordt zijn de stakkers die nog steeds niet los kunnen komen van het gekrijs van hun geboorte.
Ik heb geen God nodig, ik mag leven. Het doet pijn, soms heel erg andere keren minder, maar het is het beste wat ik heb.
Maar het is vreemd, eindeloos vreemd. Zeker nu.
Ik ben nog steeds 'ik', maar alles is anders. Anders dan ik had kunnen denken. Nu is het allemaal echt. Ik weet zeker dat ik zodra de pijn weg is, bedekt zal zijn met kippenvel: "Wat is het leven Mooooooooiiiiii!"
XX
Geen opmerkingen:
Een reactie posten