Voor mijn gevoel ben ik een erg timide, bescheiden, onopvallend, teruggetrokken, introvert en stil persoon.
Ik voel me geen streber, heb een hekel aan publieke belangstelling, wil niet opvallen, ben het liefst onzichtbaar, maak zo min mogelijk geluid, laat over me lopen en ik kan geen nee zeggen.
Maar onlangs had ik een gesprek met iemand die één keer op TV is geweest en waar een klein stukje over in de krant heeft gestaan. "Ben jij weleens op TV geweest?", vroeg ze een beetje neerbuigend. "Of in de krant?", smalend.
"Ja", zei ik "Allebei. En ik ben ook in een bioscoopfilm te zien."
Nog voordat ik ook nog kon vertellen dat ik paginagroot in de Nieuwe Revu heb gestaan en over de podia van Pinkpop, Rock Torhout, North Sea Jazz en Lowlands heb gelopen, in het zicht van duizendkoppig publiek, liep ze verontwaardigd weg.
Gelukkig maar, want eigenlijk weet ik niet goed wat mijn 'fifteen minutes of fame' nou echt waard zijn.
Misschien is het knap, maar ondanks alles wat ik hierboven op heb genoemd, is het me nagenoeg altijd gelukt om anoniem te blijven. Blijkbaar is roem een keuze.
Exposure, daarentegen, overkomt je. Mij in elk geval wel.
Maar waarom komt uitgerekend mijn afbeelding levensgroot in de Revu, en niet één van die anderen uit mijn crew?
Waarom moest ik zo vaak wegrennen als er een camera opdook? Ben ik zo interessant?
Misschien wel. Misschien kan ik met een beetje moeite als levend wezen net zo leuk en fijn om te beleven zijn als mijn blog.
Waarom doe ik daar dan niks mee?
Misschien wel omdat ik het diep in mijn hart wel leuk vind, dat ik er heimelijk van droom om beroemd te zijn en gezellig de gek uit te mogen komen hangen bij Linda de Mol (kan'k lekker Broabâânts proate meej J'roen van Kôôningsbrugge)
Volgens mij was ik er gewoon niet klaar voor. Ik vond mezelf lelijk en vies. Weet je wel hoe ik eruit zag? Weet je wel waarmee ik moest plassen? Dat kon ik niet verkopen.
Ieuwk!!!
Maar het was niet alleen dat, ook op kleinere schaal wilde ik liever niks betekenen. Ik durfde me niet te vertonen op feesten. Ik heb heel vaak onderaan de trap gezeten, liefst in het donker, te wachten tot het te laat was om nog naar het feest te gaan. Ondertussen welles en nietes spelend met mezelf omdat ik niet kon geloven dat de feestelingen het echt en oprecht leuk zouden vinden om mij te ontvangen, lelijke, vieze ik op hun mooie, blinkende feest?
Egnie!
En kadootjes.
Kadootjes vind ik nog steeds niet fijn. Of het nou een prachtige bos bloemen is, een mooi boek of een cadeaubon. Ik word er heel zenuwachtig en verdrietig, of juist boos, van.
Ik verdien geen cadeaus! Iemand die zo lelijk en vies is moet je niks geven!
Zelfs nu ik geen reden meer heb om mezelf lelijk en vies te voelen, kan ik het prachtige geschenk van mijn verandering, moeilijk aanvaarden. Ik heb weinig geduld met mezelf, besteed niet genoeg zorg aan mijn ontluikende nieuwe geslacht, denk bij elke kramp: "Zie je wel! Het is hartstikke vervelend!"
Terwijl ik lang geleden al bedacht had dat dit tijd en geduld zou kosten. Tijd kan ik nemen en geduld heb ik in overvloed, maar juist nu me dat heel goed van pas komt, wil ik het niet aan mezelf besteden.
Het lijkt wel of ik bang ben om mooi en zoet te zijn. Het lijkt wel of ik nog steeds niet boeiend en levendig durf te zijn.
En ik weet dat ik het heel goed kan. Het is me meer dan eens gelukt, dus het moet nog vaker kunnen.
Laat ik maar eens gaan wennen aan het idee dat ikzelf het beste kado ben wat ik ooit zou kunnen krijgen.
Dat is niet lelijk,
dat is niet vies
en dat is niet eng.
Niet eens een beetje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten