Toen ik vandaag uit bed kwam, dacht ik niet dat ik veel zou doen. Misschien ga ik structureel te laat naar bed, misschien heb ik veel te veel aan mijn hoofd en om handen. In elk geval heb ik de hele dag met het gevoel gelopen, dat het misschien het beste zou zijn om urenlang op een dekentje in de tuin te liggen en niet veel meer doen dan af en toe insmeren, omdraaien en naar de koelkast lopen.
Maar dat doe ik dan weer niet. Ik sta wel laat op, half elf ofzo, maar kan het dan niet laten om toch maar een was in de machine te stoppen en dan lekker kalmpjes aan mijn kleerkast uit te zoeken om er vier vuilniszakken kleding uit te halen die ik toch maar wegdoe. Ik zit toch weer een half uur (minstens) met mijn gitaren op schoot en ik besluit zomaar om Ubuntu te wissen en de computer schoon te installeren met Windows. Tussendoor maak ik mijn eten, eet het op en ik doe de afwas van drie dagen. Natuurlijk heb ik de was ook opgehangen, lekker het wasrek buiten in de zon, en ook weer opgeruimd.
Had ik naar de stad moeten gaan om me in het Breda Jazz Festival te storten?
Nee.
Als er verder niks bijzonders in de stad was geweest, zou ik wel gegaan zijn. Lekker suf op een terrasje hangen, zomaar zien wie er langsloopt of vlakbij me gaat zitten.
Het was goed zo. De kast opruimen was toch heel wat. Ik had het al veel eerder moeten of kunnen doen, maar sommige dingen moet je nou eenmaal niet doen zolang je er niet klaar voor bent. Mijn kast was zoiets.
Ik had nog best veel kleren uit de tijd dat ik wist dat ik niet meer verder kon als man, maar ook niet wist of ik wel verder zou durven als vrouw.
Heel veel kleren waar ik me nu niet meer in wil vertonen. Grijs, bruin, kleurloos grauw. Weinig vorm. Seksloos.
Om dat alles nog één keer aan te raken, te bekijken en mijn best doen om niet al te zeer terug te denken aan wat ik zoal meemaakte toen ik die kleren droeg, kosste genoeg moeite voor een zonnige dag als deze.
Afscheid nemen van iemand die ik niet meer hoef te zijn, van degene die tussen mij en de man die ik probeerde te zijn, in stond.
Afscheid van een moeizame reis naar vandaag. Naar een dag waarop de zon mij verwarmt. Aangenaam verwarmt. Niet verschroeit, zoals in eerdere zomers.
Als ik de kleren die ik nu heb opgeruimd vergelijk met wat ik deze week gekocht heb, zie ik een prachtige verandering en ik stel vast dat mijn moeheid een hele mooie reden heeft.
Nog even, dan hoef ik niet meer moe te zijn.
Dan is het klaar.
Dan kom ik thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten