zondag 2 september 2012

Vrije Weekenden

De meeste mensen in Nederland zijn op zaterdag en zondag vrij. Ik gun het ze van harte. Veel mensen gaan dan dingen doen, hopelijk dingen die ze leuk vinden. ook dat gun ik iedereen van harte.
Mensen gaan bijvoorbeeld fietsen. Dat doen ze zelfs massaal. Afhankelijk van leeftijd, lifestyle en mindset kan dat op de manier die bij iedereen past. Er bestaan veel soorten fietsen en zodoende ook veel soorten fietsers.
Iedereen heeft ook zo zijn eigen naam voor zijn eigen manier van fietsen. Zo zijn er de ‘bikers’, een eretietel voor stoere mannen in leren pakken die op motorfietsen rondtoeren. Sinds de film ‘easy rider’ mag een Biker de verkeersregels met een korrel zout en naar eigen goeddunken toepassen, want regel één voor een Biker is ‘Vrijheid’.

Een ander soort Biker is de MountainBiker. Dat zijn meestal jong volwassenen, strak in het vel, te sportief om een motor onder hun fiets te knopen en nog een beetje vrijer dan de andere Biker. Zij sjezen het liefst over het soort paden waar de meeste mensen alleen lopend op vooruit komen. Mountainbikers dragen gewoonlijk felgekleurde pakjes zodat ze goed zichtbaar zijn. Mountainbikers geloven dan ook dat zij op boswandelpaden mogen fietsen en mountainbikers kunnen niet begrijpen dat er mensen bestaan die niet stoppen zodra de mountainbiker ergens in een berm opdoemt.

Natuurlijk zijn er ook de sportieve fietsers op de weg. Vooral oude en minder oude. De oude sportieve fietser is tegenwoordig elektrisch. Hij en zij rijden niet zo snel, ze hebben immers tijd zat, zo na hun pensioen. Hun plaats op de weg is niet zo heel belangrijk, ze hebben al zo lang deelgenomen aan het verkeer dat ze intussen wel recht hebben op een volledig fietspad en als dat er niet is, een groot stuk rijbaan. Haastige andere-fietsers die hen in willen halen, moeten wel degelijk aan kunnen tonen dat de haast in kwestie een hoger doel dient, pas dan heeft de haastige ander het recht om de grijze rust te verstoren.

Er zijn ook nog de sportieve toerfietsers. Dat zijn de wat minder oude fietsers. Deze zijn te oud om te mountainbiken, te jong voor elektrisch en te massaal voor de motor. Deze fietsers laten zich inspireren door de ‘toer’. In de toer hadden kansarme jongemannen vroeger, in de tijd van zwart-wit televisie, een mogelijkheid om toch succesvol te zijn. Je hoefde daar niets voor te kunnen, niet te lezen of te schrijven, geen ambacht  te beoefenen, geen bedrijf te leiden, niks te managen, je hoefde alleen maar harder te fietsen dan alle anderen die toevallig dezelfde kant op fietsten.
De sportieve toerfietsers zijn een soort dagdromers die massaal dromen van simpel succes.In hun droom leven ze in een eigen wereld. De openbare weg is hun circuit, net als op TV. Ze razen in een massieve kluit langs dreven en door dorpen. Verkeersregels doen er niet toe, medeweggebruikers bestaan niet meer.

Als al deze fietsers op de vrije zater- en zondagen rondfietsen, voel ik me opgesloten. Ik heb namelijk ook een fiets en ik vind het heerlijk om er lekker op uit te gaan, maar ik val buiten alle categorieën. Ik vind het zelfs gevaarlijk om te gaan fietsen als de zon schijnt.

Misschien kan ik gaan ik een baan zoeken voor in de weekeinden, dan hoef ik niet recreatief te gaan fietsen met De Rest. Op dinsdag is het namelijk erg rustig.in het buitengebied.

En op zaterdag en zondag naar het werk is de snelweg meestal filevrij. Ik ga ervoor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten