Mijn stulpje is niet groot. Volgens mij had ik dat al eens gezegd. Maar het is best een goed plekje om te wonen.
Toen ik hier in mocht trekken, was ik de koning te rijk. Hier was alles wat ik nodig had, niet meer en bijna niet minder. Ik heb hier een slaapkamer, een huiskamertje met een redelijk ruime open keuken, een natte ruimte die met een toilet, wasbak en douche behoorlijk vol is. Een berghok waar de wasmachine woont en -mooist van al- voor èn achter een tuin. De omgeving is rustig, maar niet stil of uitgestorven. Voor mijn huis is een groot veld met speeltoestellen waar ook volop gespeeld wordt. De buren groeten me altijd vriendelijk en knopen als het zo uit komt, een praatje aan. Het zou helemaal mooier dan mooi zijn, als er niet dingen waren die minder leuk zijn. Zo heb ik inmiddels drie medebewoners in het appartementencomplex, die het soms nodig vinden om helemaal los te gaan met hun 'muziek'. Dat doen ze ook van harte. Mijn serviesgoed staat regelmatig te rinkelen in de kast.
De een laat zich erop aanspreken, de ander vindt dat hij recht heeft op dit wangedrag - om wat voor reden ook.
Ik heb ook een bovenbuur die ernstig verslaafd is aan nicotine. Alleen zijn rokershoest zou in een anti-rookcampagne al bergen verzetten. Ik word er soms letterlijk misselijk van. Wat een ongelofelijk weerzinwekkend geluid weet deze man met zijn luchtpijp voort te brengen. Jasses!
En dan natuurlijk de stank. Afschuwelijk. Ik moet mijn gordijnen regelmatig wassen omdat zijn rooklucht er steeds intrekt.
Hij is nu op vakantie en ik geniet met volle teugen van de schone lucht rond de flat. Was ik vroeger ook zo'n nicotine-walmende smeerpijp? Excuus daarvoor. Ik zal het nooit meer doen. Erewoord!
Verder heb ik nog even last gehad van hangjongeren. Domme tieners die mijn portiek uitkiezen om te gaan hangen. Ik krijg niet zo heel veel bezoek, maar als ik twee keer in een week te horen krijg dat mensen me niet willen of durven te komen opzoeken vanwege deze figuurtjes, hoef ik niet lang na te denken. Dan kunnen ze hier niet blijven hangen. En als ik na drie keer vriendelijk maar nadrukkelijk vragen nog steeds hasjiesrokende tieners voor mijn deur vind, ben ik echt wel zo flauw dat ik de politie erbij roep.Maar ik ben dan weer wel zo dapper dat ik zeg dat ik dat ga doen. Niet van dat achterbakse.
Domme tieners.
Maar ik ben toch aan een ander huisje toe. Het is hier wel erg klein, mijn kinderen kunnen hier wel logeren, maar dat is improviseren. Het zou fijn zijn als mijn huis letterlijk hun (tweede) thuis kan zijn. Ik vind het zelf ook te klein. Ik ben al bijna een week met de inrichting aan het vechten. Het is allemaal of/of. Zal ik mijn grammofoonplaten wegdoen, of ruim ik mijn boeken op. Zal ik mijn high-end stereoset zolang ergens opslaan, of breng ik mijn computer met het buro naar de kringloop?
Het past gewoon niet en aan het buro gaan zitten eten vind ik dan ook weer zo'n triest idee....
Maar dan kan de eethoek wel weg. Als er dan mensen mee komen eten, zet ik gewoon de tuinset binnen.
Eigenlijk is dat passen en meten niet erg comfortabel. Net zo min als de kou hierbinnen. Zodra de temperatuur buiten boven 15 graden komt, zet ik alles open om de warmte binnen te laten. Als ik dat niet doe, wordt het hier echt niet warmer dan 18 of 19 graden. Het gebeurt vaak dat ik hierbinnen loop te rillen van de kou terwijl de mensen op straat in hun zomerkleertjes lopen te puffen van de hitte. In zo'n kil huis, zonder voldoende ventilatie, kun je wachten op schimmel. Ik heb een manier gevonden om dat voor te blijven, maar het zou niet op die manier nodig moeten zijn.
Ik word ook gestoord van de deuren in de gemeenschappelijk ruimte. Die moeten aan allerlei voorschriften voldoen van de brandweer enzo. Het gevolg is dat ik al een keer opgesloten heb gezeten in mijn eigen huis, dat ik mijn handen en mijn voeten al een paar keer heb opengehaald en dat mijn fiets is beschadigd.
Al deze ergernissen zijn eigenlijk een goed teken. Tot voor kort had ik niet veel last van al deze beperkingen, Ik voelde me hier veilig en geborgen. Het is heel lang geleden dat ik me zo prettig heb gevoeld in het huis waarin ik woonde. Dat is niet veranderd. Ik geniet nog steeds van de vredigheid die hier heerst, maar ik wil verder. Ik wil niet hoeven wurmen om achter mijn computer te gaan zitten, of met de map op schoot en de rekeningen op de grond aan mijn administratie werken. Ik wil gewoon muziek aan kunnen zetten zonder dat ik iets omver gooi. Ik wil gewoon altijd de stofzuiger uit de berging kunnen pakken, ook als de was hangt te drogen.
En ik wil heel graag dat mijn kinderen bij mij kunnen wonen, dat ik letterlijk en figuurlijk alle ruimte voor ze heb. Dat wil ik heel graag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten